Naar inhoud springen

Coen de Iongh

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RonnieBot (overleg | bijdragen) op 14 sep 2019 om 15:37. (RonnieBot heeft de pagina Gebruiker:Pvt pauline/nll/Coen de Iongh hernoemd naar Coen de Iongh zonder een doorverwijzing achter te laten: Artikel ter beoordeling terug naar de hoofdnaamruimte, conform verzoek van de gemeenschap)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Werk aan de winkel Dit artikel staat op een nalooplijst. Als de inhoud op verifieerbaarheid gecontroleerd is, kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dat ook aan op de betreffende nalooplijst. Bekijk ook de bewerkingsgeschiedenis om te zien of anderen hier al aan gewerkt hebben.

Conrad Theodor de Iongh (Semarang, Java, 22 april 1916Noordzee, 10 juni 1943) was Engelandvaarder.

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, studeerde Coen de Iongh civiele techniek in Delft. Hij was lid van roeivereniging Laga en had onder meer in 1938 de Varsity gewonnen met Pom Codefroy, J.Th.L. Bartlema en J.H. Hummel.

Als student had hij grote bewegingsvrijheid. Hij spioneerde door het hele land voor de Inlichtingendienst van Han van Hattem. Toen hem gevraagd werd of hij naar Engeland wilde roeien met Robbie Cohen, had hij daar wel oren naar. Robbie Cohen had van Pim de Bruyn Kops al een kano gekregen en was op zoek naar een sterke roeier. Cohens voormalige klasgenoot Jan Jacob van Rietschoten bracht de twee jongens in contact met elkaar. De kano werd verborgen in een oude padvindersloods in Katwijk, voorraden werden verzameld en verder moest er gewacht worden op goed weer.

Ze vertrokken op 20 juli 1941 's nachts om 2 uur. Vijftig uren later arriveerden ze in Engeland. Beide jongens kwamen bij de RAF en kregen een opleiding in Canada. Deze was in oktober 1942 afgerond.

Robbie Cohen vloog daarna in De Havilland Mosquito's en was op 11 april 1944 betrokken bij het bombardement van Kleijkamp. Coen de Iongh sneuvelde al op 10 juni 1943 tijdens een aanval in de buurt van Gent, waarbij ze aangevallen werden door ruim twintig Duitse Focke-Wulf Fw 190 jachtvliegtuigen. Hij stortte in de Noordzee in de buurt van Domburg.