Naar inhoud springen

Elementaire vergelijkingentest

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Elvesham (overleg | bijdragen) op 23 mei 2013 om 23:56. (Versie 37769931 van Southparkfan (overleg) ongedaan gemaakt. Het gaat hier niet om pijl, maar om de wiskundige teken voor kleiner of gelijk dan)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Elementaire Vergelijkingentest (EVT) is een formele testontwerptechniek, bedoeld om de functionaliteit van een testobject gedetailleerd te testen. Voor het kunnen toepassen van de EVT moet in de testbasis beslispunten gedetailleerd en gestructureerd uitgewerkt zijn. De basistechniek die hiervoor standaard gebruikt wordt, is de Modified Condition Decision Coverage (MCDC), maar variaties zijn mogelijk door bijvoorbeeld te kiezen voor Multiple Condition Coverage.

Stappen

De EVT kent 4 generieke stappen:
1. Identificeren testsituaties

Als de testbasis geen pseudocode bevat, moet deze eerst uitgewerkt worden in termen van ALS..DAN..ANDERS..EINDALS. De beslispunten in de pseudocode moeten voorzien worden van een unieke identificatie. Per beslispunt wordt de gewenste dekking uitgewerkt in een waarheidstabel. Voor de leesbaarheid wordt daarna de waarheidstabel uitgeschreven in logische termen. Eventueel kan een testgraaf opgesteld worden om de testsituaties grafisch weer te geven.

2. Opstellen logische testgevallen

Een testgeval kent een begin en een eind en bevat één of meer beslispunten. Bij ieder beslispunt wordt één testsituatie genomen. In een matrix worden deze testsituaties als het ware aan elkaar geknoopt tot een testgeval. Hierbij moet opgelet worden dat in een testgeval geen testsituaties meegenomen worde die elkaar tegenspreken.

3. Opstellen fysieke testgevallen

Alle variabelen krijgen in deze stap een concrete invulling.

4. Vaststellen uitgangssituatie

De benodigde handelingen voor het verkrijgen van de initiële situatie.

Voorbeeld

In de (fictieve) toekomst wordt een studietoelage toegekend als wordt voldaan aan een geldige studie, een geldige aanvraag en leeftijd niet ouder dan 34 jaar. Als aan één van deze eisen niet voldaan, wordt een foutmelding gegeven. Daarnaast wordt een uitwonendencomponent toegekend als je opgeeft uitwonend te zijn.

Stap 1. Identificeren testsituaties
Bovenstaand voorbeeld moet omgezet worden in pseudocode, waarbij de beslispunten meteen voorzien worden van een identificatie:

ALS geldige studie EN geldige aanvraag EN leeftijd<=34 (=B1)
DAN studietoelage
ALS uitwonend (= B2)
DAN toekennen uitwonendencomponent
EINDALS
ANDERS foutmelding
EINDALS

Bovenstaand pseudocode levert de volgende waarheidstabellen op basis van MCDC op.

B1: A en B en C 1 0
A: geldige studie 1 1 1 (1) 0 1 1 (2)
B: geldige aanvraag 1 1 1 1 0 1 (3)
C: leeftijd <= 34 1 1 1 1 1 0 (4)
B2: A 1 0
A: uitwonend 1 (1) 0 (2)

In logische termen betekent dit:

B1: Testsituatie B1.1
1 1 1
B1.2
0 1 1
B1.3
1 0 1
B1.4
1 1 0
geldige studie ja nee ja ja
geldige aanvraag ja ja nee ja
leeftijd <= 34 ja ja ja nee
Resultaat Studietoelage
Ga door naar B2
foutmelding foutmelding foutmelding
B2: Testsituatie B2.1
1
B2.2
0
uitwonend ja nee
Resultaat Uitwonendencomponent geen Uitwonendencomponent

Stap 2. Opstellen logische testgevallen
De volgende logische testgevallen worden opgesteld:

  • TG1 - B1.1 - B2.1
  • TG2 - B1.1 - B2-2
  • TG3 - B1.2
  • TG4 - B1.3
  • TG5 - B1.4

De stappen 3 en 4 spreken voor zich en worden niet verder uitgewerkt.