Dawn Fraser
Dawn Fraser (4 september 1937, Sydney) geldt als de grootste zwemster uit de geschiedenis van haar vaderland Australië. Naam maakte de extravagante specialiste op de vrije slag voor het eerst in 1956, bij de Olympische Spelen in het 'eigen' Melbourne. Daar won Fraser twee gouden medailles, op de 100 meter vrije slag en de 4x100 meter vrije slag, en een zilveren, op de 400 meter vrije slag.
Vier jaar later, bij de Olympische Spelen van Rome (1960), prolongeerde Fraser haar titel op de 100 vrij. In oktober 1962 doorbrak zij als eerste vrouw de magische grens van één minuut op het koningsnummer van de zwemsport. Dat wereldrecord hield maar liefst acht jaar stand.
In 1965 beëindigde Fraser haar indrukwekkende loopbaan, nadat de Australische zwembond haar voor tien jaar had geschorst. Aanleiding was haar gedrag bij Olympische Spelen in Tokio (1964), toen Fraser de voorschriften aan haar laars lapte. Ze liep mee in de openingsceremonie en droeg een oud badpak, zeer tegen de zin van de sponsors. Haar banvloek werd vier jaar later weer opgeheven. Bij dat toernooi prolongeerde Fraser andermaal haar olympische titel op de 100 vrij, hetgeen haar tegen het einde van het jaar in eigen land de uitverkiezing tot Australian of the Year opleverde.