Günter Hepe
Günter Hepe (Amsterdam. 1937) is een Duits-Nederlandse kunsthistoricus en galeriehouder.
Leven
[bewerken | brontekst bewerken]Na de Tweede Wereldoorlog studeerde Hepe kunstgeschiedenis in Amsterdam en opende hij een galerie gespecialiseerd in niet-Europese kunst. Hiermee zette hij bewust de traditie van het klassieke modernisme voort, die door het nationaalsocialisme was vervolgd en onderbroken, en wilde hij deze in het noorden van Centraal-Europa een nieuwe impuls geven. In het begin van de jaren 1970 verhuisde Hepe naar Berlijn en richtte de eerste galerie op die gespecialiseerd was in Afrikaanse en Oceanische kunst. Vanuit deze galerie met de Nederlandse naam Van Alom werden beslissende impulsen doorgegeven aan de West-Berlijnse en West-Duitse kunstmarkt, maar ook aan de museale tentoonstellingspraktijk.[1]
In de loop van de decennia verhuisde de galerie verschillende keren van Berlin-Schöneberg naar Charlottenburg en uiteindelijk naar de directe omgeving van Museumsinsel in Berlin-Mitte. In 2006 sloot de galerie in de Anna-Louisa-Karsch straat haar deuren, omdat Hepe leed aan een levensbedreigende ziekte en artsen verwachtten dat hij spoedig zou sterven. Na zijn herstel in de daaropvolgende jaren bleef Hepe contacten onderhouden met galeriehouders, museummensen, handelaren, verzamelaars en onderzoekers in binnen- en buitenland. Sindsdien is hij actief als adviseur bij de ontwikkeling en ontvangst van museale en privécollecties. Een voorbeeld hiervan is de tentoonstelling De ontdekking van het individu (2016/17) in Lutherstadt Wittenberg, waarin enkele van de centrale werken oorspronkelijk uit Hepe's collectie kwamen.[2]
Samenwerkingen
[bewerken | brontekst bewerken]Een van Hepe's nauwe samenwerkingspartners en vertrouwelingen was de galeriehouder Rudolf Springer, die Hepe vele jaren als adviseur ondersteunde. Er waren veelvuldige contacten met het Ethnologisches Museum in Berlijn; de kunstverzamelaar en museumoprichter Heinz Berggruen was ook vaak te gast in Berlin-Mitte en vroeg advies over Afrikaanse kunst.[3] Tegelijkertijd werd Galerie Van Alom een forum voor kunstenaars van verschillende generaties, zoals Thuur Camps, Udo Nöger, Ottavio Giacomazzi, Simone Kornfeld[4] of Friedrich Schröder-Sonnenstern,[5]met wie Hepe ook een persoonlijke vriendschap had.[6] Hepe was adviseur bij de opnames van de film F for Fake van Orson Welles (1973), droeg rekwisieten bij uit zijn galerij en trad zelf op als figurant.[7][8][9]
Literatuur en eigen publicaties (selectie)
[bewerken | brontekst bewerken]- Günter Hepe: Erdmuth der Hüther, ein Bildroman aus Deutschlands großer Zeit in vielen Fortsetzungen; 1. Erdmuth hüthet das Geheimnis des Buchstaben T. In: Kurt Mühlenhaupt (red.): Die No1 aus dem Leierkasten, Berlijn 1962.
- Alfred Bader: Geesteszieke of kunstenaar. De zaak Friedrich Schröder-Sonnenstern, 1972.
- Bruno Duborgel: La Maison. l'artiste et l'enfant. Publications de l'Université Jean Monnet, 2001.
- Ferdinand Schädler: Afrikaanse kunst in Duitse privéverzamelingen. 1973.
- Galerie Springer: Kissi-Mende: Afrikaanse stenen figuren. 17 oktober tot 20 november 1980.
- Galerie Springer: 117 keer Afrika. 1989.
- Galerie Van Alom: Rongo rongo. Udo Nöger - Zuidzeefoto's 87/88, 1987.
- Kampen, Thuur. In: P. M. J. Jacobs: Beeldend Nederland. Biografisch handboek. Deel 1, A-K. Jacobs, Tilburg 1993, ISBN 90-801063-1-3.
- Galerie Van Alom: Udo Nöger. Nieuwe werken 89-90. 1990.
- Galerie Van Alom: As Noord HENKEL - KEMPFER - WILKE. Met teksten van Jens Semrau, Ursula Feist en Jürgen Schweinebraden, 1992.
- Galerie Van Alom: Ottavio Giacomazzi. .e vorrei s-perdermi in immagini e ricordi . costruire. 1997
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Ferdinand Schädler: Afrikanische Kunst in deutschen Privatsammlungen. 1973: pp. 2ff., 45, 57ff.
- ↑ Rainer Greschik, Nils Seethaler (voorwoord): Lobi. West-Afrikaanse beelden uit de Greschik-collectie. Uitgegeven ter gelegenheid van de tentoonstelling Die Entdeckung des Individuums in Lutherstadt Wittenberg, 2016: pp. 60f., 180.
- ↑ Heinz Berggruen: Hauptwege und Nebenwege. 1997.
- ↑ (en) Solo Exhibitions. simonekornfeld.de. Geraadpleegd op 14 december 2019.
- ↑ Alfred Bader: Geisteskranker oder Künstler. De zaak van Friedrich Schröder-Sonnenstern. 1972, p. 45ff.
- ↑ Bruno Duborgel: La Maison. l'artiste et l'enfant. Publications de l'Université Jean Monnet, p. 23.
- ↑ [dode link]
- ↑ Uwe Wiedleroither (editor): Filmprogramm 10: F wie Fälschung. Wiedleroither Verlag, Stuttgart 1978.
- ↑ Chuck Berg, Tom Erskine: The Encyclopedia of Orson Welles. From The Hearts of Age to F for Fake, New York 2003: p. 256 ff.