Gebruiker:Gijs de Waal/Kladblok
Engelbertus de Waal
Indisch bestuursambtenaar, publicist en Minister van Koloniën
“Aan deze zijde van het Binnenhof”, zo heet het gedenkboek ter gelegenheid van het 175 jarig bestaan van de Eerste Kamer der Staten-Generaal uitgegeven door SDU ’s Gravenhage 1990. Dit is 120 jaar na het ministerschap van E. de Waal. Het ministerie van Koloniën lag aldoor onder zwaar vuur als gevolg van de staatsrechtelijke veranderingen na de invoering van de Grondwet van 1848. Wapenfeiten ware de Agrarische Wet en de Suiker Wet als meest in het oog springend van zijn daden als bewindspersoon. In dit boek wordt Engelbertus de Waal nadrukkelijk genoemd en geroemd. Eerst als wapenfeit voor de macht van de Eerste Kamer door verwerping van de Indische Begroting van 1870 van de Minister van Koloniën.
Toch kon door de aanname van deze wetten het Cultuurstelsel van Koning Willem I eindelijk afgeschaft worden en het Batig Slot uitgangspunt in de prullenbak verdwijnen: ‘de reorganisatie ging door en bleek achteraf een van de beste geslaagde maatregelen te zijn tot verbetering van de maatschappelijke toestand op Java’, zo lezen we op bladzijde 203 van het boek.
Engelbertus heeft ons meer gegeven dan bovengenoemde feiten. Zijn ervaringen als bestuursambtenaar in Nederlands Oost-Indië en de onderzoeken die hij daar publiceerde maakte van hem een niet academisch geschoolde Indoloog. De indologische werken die hij na zijn pensioen in Nederland publiceerde vonden gretig aftrek maar werden ook als een welkome en noodzakelijke aanvulling gezien op de geschiedschrijving van Nederlandsch-Indië. Een boekbespreking van J.K.W. Quarles van Ufford laat niet alleen de waarde van Engelbertus als historicus zien maar geeft ook goed weer waar hij politiek stond. Klik hier voor de boekbespreking: De_economist 1860.
Engelbertus groeide op in Nederlandsch Oost Indië nadat zijn vader Johannes Hendrik als succesvol bestuursambtenaar in Den Haag en Brussel zich op 14-1-1825 in Batavia meldde als Oostindisch ambtenaar. Ook in Batavia wist vader Johannes Hendrik een indrukwekkende carrière te maken. Hij begon als onderwijzer bij de H.J. Beekmanschool in Den Haag waar zijn vader een schoenmakersatelier had op de Boekhorststraat. Via een carrière op een advocatenkantoor en als griffier bij de Tweede Kamer werd Johannes Hendrik op 6-12-1823 bij KB benoemd tot Adjunct Commies bij de Secretarie van Staat te Den Haag.
Johannes Hendrik start in Batavia was als adjunct-commies bij de Hoge Regeering In Batavia. Een half jaar later werd benoemd tot tot 1e Kommies ter Algemeene Secretarie benoemd.
Nadat Johannes zijn start had gemaakt onder Gouverneur Generaal G.G.P. van der Capellen kwam L.P.F. burggraaf du Bus de Gisignies als Commissaris Generaal, een oude bekende van zijn tijd bij de Tweede Kamer. Hierna nam de bestuurscarrière een grote vlucht. Hij werd op 26-2-1831 benoemd tot Adjunct-Secretaris der Indische Regering. Het scheelde weinig of hij werd benoem tot Algemeen Secretaris, maar ziekte brak zijn carrière en na een verlof in Nederland kon hij bij terugkeer in Nederlandsch Oost Indië niet meer terecht op zijn oude post. Op 7-9-1847 volgde een benoeming tot Secretaris van de Directeur-Generaal van Financiën.
In 1856 werd Johannes Hendrik na eervol ontslag pensioen verleend. Hij gaat op 13-2-1856 scheep om eerst een afscheidsreis door Indonesië te maken om vervolgens met vrouw en de jongste kinderen Castens met het schip de Souburg op 6 juli 1856 definitief naar Nederland te vertrekken. Hij huurde een prachtig huis aan de Smedestraat 11 in Haarlem. Hij zou hier maar 2 jaar van kunnen genieten, want 2 jaar later overlijdt hij. Zijn vrouw overleed een paar maanden later.
Hieronder volgt een overzicht van de carrière van Johannes Hendrik de Waal:
- 27-3-1797 geboren Den Haag, vader Pieter de Waal schoenmaker Den Haag
- 1812 onderwijzer bij de H.J. Beekmanschool, de School van het Departement der Maatschappij van het Algemeen Nut van ´s Gravenhage onder voorzitterschap van J.P. Wickevoort Crommelin (akte behaald 11 october 1815)
- 1814 klerk in dienst van H.W. Daendels bij de firma Mr. A.A. de Vries Robbé en Mr. H. Malecotius, Solliciteurs
- 1815 klerk ten Kantore van de Betaalmeesters der Verschillende Uitgaven van het Ministerie van Financiën
- 10 -10-1817 klerk bij de Griffie van de Tweede Kamer der Staten Generaal
- 16-2-1820 huwelijk met Engelberta Jacoba de Ruijter, gedoopt Amsterdam 16-02-1797, overleden Haarlem 4-12-1858
- 6-12-1823 benoemd tot Adjunct Commies bij de Secretarie van Staat
- 29-7-1824 ambtenaar van de Oostindische Dienst van de 3e klasse
- 14-1-1825 aankomst in Batavia
- 25 januari 1825 klerk ter Algemeene Secretarie van de Hooge Regering van Nederlandsch-Indië(Van der Capellen)
- 5 februari 1826 herbenoemd tot 1e Hoofdkommies ter Algemeene Secretarie der Hooge Regering van Nederlandsch-Indië en chef de bureau van Kommissariaat Generaal van Du Bus de Gisignies
- 3-3-1828 Directeur van ´s Lands Drukkerij naast zijn hoofdfunctie als Chef de Bureau
- 24-5-1829 Secretaris der Algemeene Rekenkamer naast zijn hoofdfunctie als Chef de Bureau
- 16-1-1830 voortzetting van zijn functies onder GG Johannes van den Bosch
- 1-2-1834 voortzetting van zijn functies onder GG J.C. Baud
- 26-2-1831 benoemd tot Adjunct-Secretaris der Indische Regering
- 29-1-1835 met ziekteverlof naar Nederland
- 18-3-1837 President van het College van Boedelmeesters te Batavia (formele benoeming 1842)
- 12-4-1844 tweejarig verlof Nederland
- 2-4-1847 Secretaris van de Generale Directie van Financiën (formele benoeming 7-9-1847)
- 31-1-1856 pensioen
- 27-10-1858 overleden te Haarlem
Publicaties J.H. de Waal:
- 1852 ” Uitvoerige Algemeene Index en verdere Wettelijke Verordeningen” uitgeverij Lange & Co te Batavia zijn eerste publicatie het licht met de titel voorzien van een voorwoord van de schrijver J.H. de Waal zelf.
- 1-5-1853 ” Tweede Deel van de Uitvoerige Algemeene Index en verdere Wettelijke Verordeningen” uitgeverij Lange & Co te Batavia.
- 1855 ” Tweede vervolg-index op het Staatsblad van Nederlandsch Indië over de jaren 1851-1855″bij E. Fuhri boekverkoper te Batavia onder eigen beheer
- 1856 “Verzameling ten dienst van jonge Oost-indische ambtenaren” . De toestemming van het Gouvernement om dit werk uit te geven in druk kwam pas in 1857.
Lidmaatschappen:
- 26-4-1816 de Vrijmetselarij
- 30-6-1825 Het Liefhebberij Tooneel van Batavia
- 1-6-1826 Het Genootschap van Waterloo
- 1831 Het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen
Engelbertus werd geboren op 19-11-1821 te Den Haag geboren, maar groeide op in een welvarend gezin met nog een broer en 3 zusjes in Batavia, het huidige Jakarta, Indonesië. Hij volgde daar particulier lager onderwijs. Zijn intelligentie viel op door voortijds zijn school te kunnen verlaten. Zijn ouders besloten dan ook dat hij naar Nederland gestuurd moest worden om zich op de Latijnse school te Kampen aan te melden. Hij was 12 jaar toen hij alleen vertrok naar Nederland vertrok. Zijn ouders hadden wel gauw en portretje van hem laten maken, want je weet maar nooit.
In Kampen op het instituut van Van Wijk volgde hij van 1832 de volledige opleiding van de Latijnse School en studeerde hij Magna Cum Laude af op de scriptie ‘De Tito Pomponio Attico Optimo Civi’ in 1836. Zijn ouders waren ook in Nederland dat jaar en hij smeekte hen hem in Leiden te laten studeren. Hij ambieerde indoloog te worden. Het jaar daarna keerde hij teleurgesteld terug naar Indië, omdat vader het zich kennelijk niet kon veroorloven zo´n dure studie aan te bieden. Bovendien was er ook nog een tweede zoon. Terug in Indië vond hij dankzij de goede positie van zijn vader al gauw een eerste baan als bestuursambtenaar.
Hieronder een beknopt overzicht van zijn carrière als Oostindisch bestuursambtenaar.:
- Klerk, Algemeene Secretarie te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 1837 tot 1843.
- Particulier secretaris van Gouverneur-Generaal Merkus, van 1841 tot 1844.
- Eerste commies, Algemeene Secretarie te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 1 juli 1843 tot juli 1845.
- Hoofdcommies, Algemeene Secretarie te Buitenzorg (Ned.-Indië), van juli 1845 tot 1 januari 1848.
- Referendaris, Algemeene Secretarie te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 1 januari 1848 tot 1850.
- Tweede adjunct-secretaris, Algemeene Secretarie te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 1850 tot 1 september 1851.
- Eerste adjunct-secretaris, Algemeene Secretarie te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 1 september 1851 tot 1852.
- Fungerend algemeen secretaris, Algemeene Secretarie te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 1852 tot 1855. Europees verlof, van 1855 tot juli 1856.
- Directeur departement van Middelen en Domeinen te Batavia, van 1 juli 1856 tot 1 februari 1858.