Hendrik Collot d'Escury

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hendrik Collot d'Escury
Portret door Willem Bartel van der Kooi (1826), in bezit familiestichting
Algemeen
Volledige naam Hendrik baron Collot d'Escury
Geboren 4 september 1773
Geboorteplaats Rotterdam, Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Overleden 14 mei 1845
Overlijdensplaats Den Haag, Vlag van Nederland Nederland
Partij gematigd oppositioneel
Titulatuur mr.
Functies
1811 - 1813 lid algemene raad van departement Monden van de Maas
1814 lid Vergadering van Notabelen
1814 - 1818 lid Provinciale Staten van Holland
1814 - 1818 lid Gedeputeerde Staten van Holland
1818 - 1842 lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
1832/1833;
1834/1835
voorzitter van de Tweede Kamer
1835 - 1845 lid Raad van State
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Hendrik baron Collot d'Escury, heer van Heinenoord (Rotterdam, 4 september 1773 - 's-Gravenhage, 14 mei 1845) was onder andere tweemaal voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Collot was een telg uit de adellijke familie Collot d'Escury. Zijn vader Johan Marthe Collot d'Escury en broer Carel Æmilius Els Collot d'Escury waren net als hij Kamerlid. Hij trouwde tweemaal en kreeg zes kinderen. Collot was de schoonvader van minister Jacques Jean Quarles van Ufford.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Collot studeerde te Groningen, waar hij in 1794 promoveerde en daarna advocaat werd. Hij nam vanaf 1811 bestuursfuncties op en werd curator van de Leidse Hogeschool, en enkele jaren later lid van de Tweede Kamer. Hij was daarbij tweemaal ook voorzitter van de Kamer. Hij beëindigde zijn loopbaan als lid van de Raad van State dat hij de eerste jaren combineerde met het Kamerlidmaatschap.

Bezit[bewerken | brontekst bewerken]

In 1809 kocht hij de heerlijkheid Heinenoord met het Hof van Assendelft. Hij werd bij zijn eerste bezoek feestelijk onthaald door de bevolking. In 1834 verkocht hij de goederen aan zijn rentmeester.[1]

Adelsbesluiten[bewerken | brontekst bewerken]

Collot werd in 1814 benoemd in de Ridderschap van Holland waardoor hij met het predikaat jonkheer tot de adel van het koninkrijk ging behoren. In 1816 verkreeg zijn vader de titel van baron, een titel die overgaat op al diens nakomelingen waardoor Collot ook vanaf dat laatste jaar die titel mocht voeren.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Naast zijn proefschrift en enige Latijnse gedichten gaf hij Hollands roem in kunsten en wetenschappen ('s-Gravenhage 1824-1844, 7 delen) uit.

Voorganger:
H.M.A.J. van Asch van Wijck
Voorzitter van de Tweede Kamer
1832-1833
Opvolger:
T. Sypkens
Voorganger:
T. Sypkens
Voorzitter van de Tweede Kamer
1834-1835
Opvolger:
H.J. Dijckmeester