Meester in de rechten
Meester in de rechten is de titel die iemand behaalt door het afronden van de masterstudie rechtsgeleerdheid aan een Belgische of Nederlandse universiteit. De titel is het equivalent van een Master of Laws in het bachelor-masterstelsel. 'Meester in de rechten' wordt doorgaans afgekort tot mr. (met kleine letters en een punt).
In België en Nederland wordt de afkorting LL.M. (Latijn: legum magister 'meester van de rechten') ook vaak gebruikt om aan te duiden dat de persoon een buitenlandse MaNaMa heeft gedaan na de volledige studie rechten. Vooral in de rechtstakken fiscaal recht, vennootschapsrecht, internationaal recht, Europees recht en maritiem recht zijn deze internationale LL.M-programma's populair.
Volgens het besluit van de Vlaamse Regering wordt in de Codex Hoger Onderwijs in artikel II.77 zelfs bepaald dat de titel voor meester in de rechten "LL.M." is. Juridisch gezien mag de titel LL.M. dus gevoerd worden door juristen, dat in Vlaanderen echter niet gebruikelijk is.
In een samenwerkingsverband van meerdere meesters in de rechten wordt mrs. als aanduiding gebruikt: "advocaten: mrs. De Vries en Jansen". Dit moet niet worden verward met de Engelstalige afkorting Mrs. voor mevrouw, die onder de invloed van Ms., de afkorting voor Miss, juffrouw, steeds meer in onbruik is geraakt.
De reden dat de titel meester in de rechten is, meervoud dus, stamt uit de middeleeuwen. In die tijd was een jurist iemand die zowel bekend was met het geldende canonieke recht als het Romeinse recht. Deze titel geldt nu nog steeds.
Verband met promotie[bewerken | brontekst bewerken]
Door het behalen van de meestertitel (tegenwoordig door het slagen voor het masterexamen) is (behoudens een speciale vrijstelling) voldaan aan één voorwaarde voor toelating tot een academische promotie (internationaal als PhD aangeduid), naast de succesvolle verdediging van een goedgekeurd academisch proefschrift. In Nederland is dit geen vervolgopleiding, maar een onderzoeksproject in een specifiek onderwerp, waarover een proefschrift wordt geschreven. Wettelijk heeft iemand die gepromoveerd is het recht de titel "dr." voor de achternaam te voeren, maar bij juristen is dat weinig gebruikelijk, omdat de titel "mr." op zichzelf al een soort doctoraat zou behelzen.[1] Ook al is dit historisch achterhaald en geldt de "dr."-titel als veel zwaarder dan de "mr."-titel, de traditie dienaangaande blijft bestaan.
Titel[bewerken | brontekst bewerken]
November 1993 vermeldde de nieuwe Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek titels als mr. en dr. zonder punt. Bij de herziening hiervan in juli 1999 is deze wet aangepast en kwam de punt weer terug. Het Groene Boekje geeft aan dat alle afkortingen van academische en vergelijkbare titels als mr., dr., drs., ir., ing., bc., met een kleine letter én een punt moeten worden geschreven.[2]
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|