Henri de Merode (1856-1908)
Graaf Henri Charles Marie Ghislain (Hendrik) de Mérode-Westerloo (Parijs, 28 december 1858 - Lausanne, 13 juli 1908), was een Belgisch politicus en minister voor de Katholieke Partij.
Levensloop
Henri de Mérode, ook de Mérode de Rubempré, 11de Markies van Westerlo, 8ste Prins van Rubempré en 5de Prins van Grimbergen, was de zoon van graaf Charles de Merode, markies van Westerlo (1824-1892) en van prinses Marie-Nicolette d'Arenberg (1830-1905). Zijn vader was voorzitter van de Senaat en burgemeester van Westerlo. Zelf trouwde hij met prinses Nathalie de Croÿ (1863-1957). Ze hadden twee dochters en een zoon.
De Merode was doctor in de rechten (Leuven, 1879), diplomaat en grondeigenaar. Na de dood van zijn vader Karel de Mérode-Westerloo werd hij burgemeester (1892-1908) van Westerlo. Hij was provincieraadslid voor de provincie Antwerpen van 1882 tot 1884.
Hij werd voor de Katholieke Partij verkozen in het parlement. Hij was volksvertegenwoordiger (1884-1892 en 1894-1896) voor het arrondissement Brussel en voor het Turnhout (1896-1900). Hij werd vervolgens senator (1900-1908) voor het arrondissement Mechelen-Turnhout. Hij was senaatsvoorzitter van 1903 tot aan zijn dood in 1908.
De Mérode was minister van Buitenlandse Zaken
- van 31 oktober 1892 tot 17 maart 1894 in de regering Auguste Beernaert
- van 26 maart 1894 tot 25 mei 1895 in de regering Jules de Burlet.
Zijn zoon, Charles de Merode (1887-1977) werd na hem burgemeester van Westerlo (1913-1947). Met deze zoon stierf de eerste tak van de afstammelingen van graaf Willem de Merode uit.
In 1913 richtte de gemeente Westerlo een gedenkteken op ter nagedachtenis van Hendrik de Merode-Westerloo.
Literatuur
- Joz. DE VOGHT, Graaf Hendrik de Merode-Westerlo, in: Ons Volk Ontwaakt, 4 oktober 1913.
Voorganger: Marie Joseph de Riquet de Caraman |
Minister van Buitenlandse Zaken 1892-1895 |
Opvolger: Jules de Burlet |
Voorganger: Joseph d'Ursel |
Lijst van voorzitters van de Belgische Senaat 1903-1908 |
Opvolger: Alfred Simonis |