Homeopathische ziekteclassificatie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 2a02:a442:5a74:1:780b:17fd:7d79:dcc9 (overleg) op 6 feb 2017 om 00:07. (De homeopaten in de tijd van Hahnemann gingen verder met de 5e editie en niet de 4e. De 4e editie verscheen in 1829 en de 5e editie in 1833. De 6e editie heeft Hahnemann afgerond in 1843, het jaar waarin hij is gestorven, maar pas in 1921 uitgegeven.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

De homeopathische ziekteclassificatie werd ontwikkeld door de grondlegger van de homeopathie, Samuel Hahnemann (1755 – 1843).

Hahnemann schreef hierover in de Organon editie 5 en editie 6. In deze edities van de homeopathische organon werkte hij meer ideeën over homeopathische behandeling uit. Onder andere de LM potenties, waarmee een veel genuanceerdere homeopathische behandeling van patiënten mogelijk werd. Beide ontwikkelingen kwamen echter toen niet van de grond.

De homeopaten in de tijd van Hahnemann gingen verder met de 5e editie van de organon. Met name James Tyler Kent was verantwoordelijk voor de verdere ontwikkeling van de homeopathie.

Constitutie

In de homeopathie wordt de gezondheidstoestand van een patiënt constitutie genoemd. Daarmee wordt verstaan, een aangeboren én verworven psychisch-geestelijke en lichamelijke gesteldheid van een mens, welke afgelezen wordt van de lichaamsbouw, psychisch/mentale grondstemming en wijze van reageren op innerlijke en uiterlijke druk. Ziekten worden geklasseerd op basis van de constitutie.

Klassen

De homeopathische ziekteclassificatie gaat tegenwoordig[1] uit van gelaagdheid van ziekteontwikkeling bij de patiënt. Volgens de homeopathie drukt een acuut ziektebeeld een chronischer ziektebeeld als het ware even weg (vergelijk: je hebt griep en stoot je kleine teen tegen een stoelpoot; acuut beeld is in dit geval de pijn van het stoten van de kleine teen). De ziekteclassificatie deelt het ziektebeeld van een patiënt daarom op in een aantal verschillende klassen. 'Exogeen' zijn de symptomen die ontstaan door ziekmakende inwerking van buiten op de levenskracht. 'Endogeen' zijn de symptomen die op basis van een verstoring van de vitaliteit (levenskracht) van binnenuit ontstaan.


Endogeen

  • Erfelijkheid: Symptomen hebben een erfelijke grondslag.
  • Acuut miasmatisch: Heftige symptomen die als constitutionele reactie naar buiten komen, vaak getriggerd door een incident.
  • Sycosis: Symptomen die voortkomen uit een chronisch verstoorde vitaliteit als gevolg van het niet goed doormaken van gonorroe. Sycosis kan verworven worden door seksueel overdraagbare aandoening gonorroe en blijvend constitutionele gevolgen met zich meebrengen of kan via overerving verkregen zijn. Op die manier kan het overgedragen worden als ziektetendens in het nageslacht.
  • Syfilis: Symptomen die voortkomen uit een syfilis besmetting. Echter net als bij sycosis heeft een syfilitische besmetting chronische gevolgen voor de vitaliteit.
  • Psora: Symptomen die rechtstreeks voortkomen uit de constitutie (basisgesteldheid) van de patiënt.

Exogeen

  • Iatrogeen: Symptomen komen voort uit de inzet van reguliere geneesmiddelen. De gevolgen van onderdrukking van symptomen en bijwerkingen.
  • Incident: De symptomen doen zich voor als gevolg van een incident.
  • Epidemische ziekten: Symptomen als gevolg van besmetting van buitenaf met een epidemisch karakter (bijvoorbeeld griep).

Door de symptomen die uit de anamnese van de patiënt komen te classificeren in de gegeven klassen, wordt het mogelijk om te zien waar de patiënt het meest in onbalans is. De klassen waarin de patiënt het meest in onbalans is, worden het eerst aangepakt. Waarbij het eerst de minst diepe verstoringen worden opgelost (bijvoorbeeld acute situaties (exogeen)), alvorens op de diepere constitutionele symptomen voorgeschreven wordt (endogeen).

Voor de symptomen in deze klassen wordt gerepertoriseerd en er worden homeopathische middelen ingezet op basis van de uitkomst van die repertorisatie. Bij ziekten die primair exogeen van aard zijn, worden plantaardige -of dierlijke middelen voorgeschreven. Op de erfelijke belastingen zijn nosoden geïndiceerd. Op de constitutionele symptomen dienen minerale constitutionele middelen te worden voorgeschreven. Nadat de onbalans in de gegeven klassen is verminderd, wordt opnieuw de balans bekeken. En zo voort.

Referenties

Externe links