Hoofdkromming
Uiterlijk
In de differentiaalmeetkunde, een deelgebied van de meetkunde, meten de twee hoofdkrommingen op een bepaald punt van een oppervlak, hoe dit oppervlak op dat punt in verschillende richtingen in verschillende mate buigt.
Op elk punt p van een differentieerbaar oppervlak in de 3-dimensionale Euclidische ruimte kan men een eenheids normaalvector kiezen. Een normaal vlak op p is een vlak in een unieke richting tangentieel op het oppervlak en dat het oppervlak in een vlakkromme snijdt. Deze kromme zal in p in het algemeen verschillende krommingen voor verschillende normaalvlakken hebben, De hoofdkrommingen op p, die worden aangeduid met K1 en K2, zijn de maximale en minimale waarden van deze kromming.