Johannes Christophorus de Bertholf Ruyff de Belven

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Johannes Christophorus baron de Bertholf Ruyff de Belven was een adellijk persoon die in 1720 heer van Asten werd, daar hij een neef was van de vroeggestorven vrouwe van Asten, Anna Wilhelmina van Doerne.

Hij was de zoon van Jean-Philippe de Bertholf Ruyff de Belven en Katharina Charlotta van Boecop.

Het belangrijkste bezit van deze baron was Kasteel Baelen te Hendrik-Kapelle (Henri-Chapelle). Niettemin heeft hij veel geld besteed aan het verfraaien van Kasteel Asten, en met name liet hij de zalen opnieuw stofferen.

Hoewel hij, met een enkele onderbreking, heer van Asten was tot 1735, kwam hij er zelden.

Tijdens deze onderbrekingen worden als heer van Asten genoemd:

In 1734 werd de heerlijkheid Asten verkocht aan de protestantse Hollandse zakenman Pieter Valkenier. Daarmee kwam een einde aan het bezit van het kasteel door een katholieke adellijke familie.