Zijn opleiding deed hij aan de Sibelius-Akademie in Helsinki bij Aarre Merikanto van 1948 tot 1954. Daarna was hij theaterkapelmeester en muziekpedagoog in Tampere. In de jaren 50 werd hij bij het publiek bekend. Toen componeerde hij meestal in een neoclassicistische stijl, die later in een dodecafonische periode overging om zich uiteindelijk te ontwikkelen tot een hoog-expressieve vrij-tonale stijl. Het beste kan zijn energetische, kleurrijke en expressive stijl vergeleken worden met de manier van componeren van Béla Bartók, Arthur Honegger en André Jolivet. Zijn oeuvre telt symfonieën, soloconcerten, kamermuziek, toneelmuziek, geestelijke werken en composities voor harmonieorkest.
1981The Electrons of God Cantata for the Tampere University of Technology conferment of degree, voor solobariton, gemengd koor, celesta en orkest - tekst: Lassi Nummi
1988Requiem - "Prayer to the Unknown" voor sopraan, alt, jongenssopraan, bariton, tenor, gemengd koor, celesta en orkest - tekst: Lassi Nummi
1996Voices of the Times Cantata for three singers and instrumental ensemble - voor sopraan, alt, bariton, fluit, percussie, altviool, cello en piano - tekst: Peter Bashmakov en Ari Lehtinen
Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The Heritage Encyclopedia of Band Music: Composers and Their Music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon: Nordiskt och allmänt uppslagsverk för tonkonst, musikliv och dans 2., revid. och utvidgade uppl., 5 vol., Stockholm: Sohlmans förlag, 1975–1979.
Paul Frank, Burchard Bulling, Florian Noetzel, Helmut Rosner: Kurzgefasstes Tonkünstler-Lexikon – Zweiter Teil: Ergänzungen und Erweiterungen seit 1937, 15. Aufl., Wilhelmshaven: Heinrichshofen, Band 1: A–K. 1974. ISBN 3-7959-0083-2; Band 2: L–Z. 1976. ISBN 3-7959-0087-5