Louis de Moor
Louis Balthazar Maximilien de Moor (Brugge, 9 mei 1815 - Brussel, 13 maart 1892) was een Belgisch edelman en generaal.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Louis de Moor was een zoon van Maximilien Joseph de Moor (1778-1843) en Marie-Elisabeth Pauwels (°1775). Hij was artillerieofficier in het Belgisch leger en beëindigde zijn carrière met de graad van luitenant-generaal.
Hij trouwde in 1856 in Sint-Genesius-Rode met Marie-Adèle Rittweger (1834-1878), kleindochter van François Rittweger, bankier en financier, medeoprichter van de Société générale de Belgique. Het echtpaar had twee zoons:
- Eugène de Moor (1857-1921), rechter in de rechtbank van eerste aanleg van Brussel en auditeur bij de Hoge Raad van de Vrijstaat Congo. Hij bleef vrijgezel.
- Louis de Moor (1859-1923), generaal-majoor van de cavalerie en vleugeladjudant van koning Albert I. Hij trouwde in Brussel in 1890 met Marie-Anne Rittweger (1870-1956). Het echtpaar bleef kinderloos.
Louis de Moor werd in 1891 opgenomen in de erfelijke adel met de titel baron, overdraagbaar bij eerstgeboorte. Bij de dood van de tweede zoon in 1923 doofde de familie uit. Bij koninklijk besluit van 22 december 1926 mocht Paul Rittweger, een neef van zijn vrouw en een broer van zijn schoondochter, de Moor aan zijn achternaam toevoegen waardoor de familietak Rittweger de Moor ontstond.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- 'Généalogie de Moor', in Annuaire de la noblesse de Belgique, Brussel, 1892.
- Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1994, Brussel, 1994.