Noordervaart

De Noordervaart is een kanaal in Midden-Limburg en is in 1808 ontstaan als poging van de Fransen om een vaarverbinding tussen de Schelde, de Maas en de Rijn tot stand te brengen.

In de negentiende eeuw bepaalde de aanwezigheid van turf de inrichting van het grondgebied rond de Peel. In 1808 liet Napoleon een aanvang maken met het graafwerk van de Noordervaart, het Grand Canal du Nord, een stuk van de verbinding Antwerpen-Maas-Rijn. Een stuk verder naar het oosten, in Duitsland, werd in 1808 begonnen met de aanleg van een kanaal tussen de Maas en de Rijn. Van dit "Nordkanal" werd alleen het deel tussen Viersen en Kaarst gegraven. Toen in 1810 Amsterdam en Rotterdam bij Frankrijk waren ingelijfd, was de nieuwe verbinding niet meer nodig. Het werk werd gestopt en duizenden arbeiders waren plotseling werkeloos, voordat het kanaal voldoende vaardiepte had. In 1853 werd de Noordervaart tot aan de Helenavaart op vaardiepte gegraven, zodat het water uit de Peel weg kon en de turf uit Helenaveen en Deurne via de beide Peelkanalen kon worden afgevoerd.

De Noordervaart is aangelegd in het verlengde van de Zuid-Willemsvaart, daar waar bij Nederweert de Zuid-Willemsvaart, uit het Zuidwesten komende, afbuigt naar net Noorden. Ook het kanaal Wessem-Nederweert (verbinding met de Maas) begint hier. Vanaf hier loopt de Noordervaart in een rechte lijn naar het dorpje Beringe, om daar plotseling op te houden.