Paulus Diaconus
Paulus Diaconus | ||||
---|---|---|---|---|
Fictief portret van Paulus Diaconus zoals voorgesteld door een 10e-eeuwse manuscriptverlichting
| ||||
Hoofdambt | Monnik | |||
Religie | Rooms-Katholicisme | |||
Plaats | Pavia | |||
Orde | Benedictijnen | |||
Gemeenschap | abdij van Monte Cassino | |||
Bijnaam | Casinensis, Levita, Warnefrid | |||
Geboortedatum | ca. 728 | |||
Geboorteplaats | Friuli, Byzantijnse Rijk | |||
Sterfdatum | 13 april, ca. 799/800 | |||
Sterfplaats | Frosinone, Byzantijnse Rijk | |||
Spiritueel ambt | ||||
Periode | 782-tussen 796/799 | |||
Ander ambt | Historicus, kroniekschrijver | |||
Discipline | ||||
Leer | Grammaticus | |||
Onderzoek | Germaanse historie, geschiedenis van Rome, geschiedenis van de Longobarden | |||
Bekend van | Historia Romana, Historia gentis Langobardorum | |||
|
Paulus Diaconus (ook wel Casinensis, Levita, of Warnefrid genoemd c. 728 – 799/800) is een van de eerste 'Germaanse' historici. Hij was een Langobardische monnik die in Pavia studeerde onder leiding van Flavianus de grammaticus en waarschijnlijk secretaris werd van de Langobardische koning Desiderius. Hij onderwees diens dochter Adelperga.
In 782 werd hij monnik in de abdij van Monte Cassino, bij de orde der Benedictijnen. Hier leerde hij Karel de Grote kennen die onder de indruk was van de literaire capaciteiten van Paulus en hem uitnodigde tot zijn hof toe te treden. Paulus ging in op de uitnodiging en werd een van de drijvende krachten achter de Karolingische renaissance. Voor de bisschop van Metz Angilram schreef hij een geschiedeniswerk over de bisschopszetel van Metz, getiteld Gesta episcoporum Mettensium.
In 787 keerde hij terug naar Monte Cassino waar hij later overleed.
Zijn eerste werk was een verdere beschrijving van de geschiedenis van Rome, van Eutropius tot Justinianus I van Byzantium, de Historia Romana. Zijn belangrijkste werk is de Historia gentis Langobardorum. Het boek bestrijkt de geschiedenis van de Longobarden vanaf het einde van de zesde eeuw tot en met het einde van de achtste eeuw en bevat veel contemporaine informatie over de Franken, de Longobarden en het Oost-Romeinse Rijk.
Paulus heeft ook preken, gedichten en een commentaar op de Benedictijner regels nagelaten.
Bibliografie
- Carmina
- Commentarius in Donati artem
- Epistulae
- Excerpta ex libris Pompeii Festi de significatione verborum
- Explanatio in regulam S. Benedicti
- Fabulae
- Historia Langobardorum
- Historia Romana
- Homiliae
- Homiliarius de sanctis
- Homiliarius de tempore
- Libellus de ordine et gestis episcoporum Metensium
- Passio S. Cypriani
- S. Arnolfi episcopi vita et miracula
- Voorbehoud :
- Vita S. Gregorii Magni, wordt toegeschreven aan Johannes Diaconus (+882).