Peter Yorke (componist)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Peter Yorke (Londen, 4 december 1902 – aldaar, 2 februari 1966) was een Brits componist, dirigent, organist en pianist. Voor bepaalde werken gebruikte hij de pseudoniemen: Ivor Gould, Michael Sefton, Barbara Denham.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Yorke was de zoon van een drukker in Londen en al op 16-jarige leeftijd als organist en koorleider verbonden aan een Londense kerk. Hij studeerde aan het Trinity College of Music te Londen. Zijn vroege muzikale carrière begon hij als pianist in een orkest in het Westen van Londen. Zijn vaardigheid als arrangeur was zo opvallend dat zijn arrangementen binnen een paar jaar bij de belangrijkste Bands in Londen gespeeld werden. In 1927 en 1928 speelde hij als pianist en werkte als arrangeur voor verschillende Britse dansorkesten, bijvoorbeeld met Percival Mackey en daarna met George Fisher (1928), Jay Whidden (1928), Jack Hylton (1929 tot 1933) en Henry Hall (1932-1933). In de verdere samenwerking met Jack Hylton vond hij de voortdurende reizen door het land te veel stress en richtte zijn eigen orkest op, waarmee hij zich op opnames voor Europese radio stations concentreerde.

In 1936 begon hij aan een vruchtbare samenwerking als chef-arrangeur met Louis Levy, een van de pioniers van de Britse muziek voor films. Yorkes ervaring en vaardigheden zijn bij uitstek geschikt voor het grote, weelderige geluid opgeroepen door Louis Levy en zijn Gaumont-British Orchestra in hun vele opnames en uitzendingen.

In 1940 werd Peter York lid van de Royal Air Force en naar zes maanden werd hij overgeplaatst naar de drie diensten afdeling van de omroep. Na de Tweede Wereldoorlog keerde hij in 1946 terug naar het componeren en arrangeren, en vormde zijn eigen groot Concert Orkest, dat gebaseerd was op het symfonische sound, dat hij ontwikkeld had voor de oorlog onder Louis Levy.

"Sweet Serenade", "Our Kind of Music" en "The Peter Yorke Melody Hour" werden erg populair door het BBC radio, zodat luisteraars tot dag genieten van verfijnde versies van populaire deuntjes van zijn eigen stukken van de lichte muziek. Het Peter Yorke Concert Orchestra bestond uit 30 tot 40 muzikanten en hij introduceerde het saxofoonregister als een belangrijke groep met Freddy Gardner als leider van het register. Peter York was daarmee dirigent van een van de populairste omroeporkesten in het Verenigd Koninkrijk tot in de jaren 1960.

Hij was eveneens een heel productief componist en zijn werken werden gepubliceerd in vooraanstaande muziekuitgeverijen zoals Chappells, Francis Day & Hunter, Bosworth, Harmonic, Conroy, Paxton, Josef Weinberger.

Composities[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor orkest[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1964 Do it yourself
  • 1965 Aggression
  • 1965 Shoulder to the wheel
  • 1965 Gaining time
  • 1965 Glamour girl
  • 1965 Paper round
  • 1965 Silver mink
  • 1965 VIP
  • 1966 Ladies Night
  • Baa Baa Black Sheep
  • Brandy Snaps
  • Carminetta
  • Coffee Bar
  • Highdays and Holidays
  • Hollywood Romance
  • Irish Fantasy
  • Monica
  • Neapolitan Holiday
  • Outrage
  • The Playful Pelican

Werken voor harmonie- en fanfareorkesten en brassbands[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1960 The Shipbuilders, suite voor brassband (verplicht werk in de 3e divisie bij de Britse National Brass Band Championships in 1973)
    1. Web of Steel
    2. The Launching
    3. All Hands at Work
    4. Maiden Voyage
  • Automation, symfonisch prelude voor brassband
  • Brass Band Blues, voor brassband
  • Galleons Reach, fantasia voor brassband
  • Jodrell Bank, ouverture voor brassband
  • On the Pier, ouverture voor brassband
  • The Explorers ouverture
  • The Overseer, ouverture voor fanfareorkest en brassband
  • Windsor Great Park, voor brassband

Liederen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Two Hearts on a Tree, voor zangstem en piano

Werken voor piano[bewerken | brontekst bewerken]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Colin Larkin: The encyclopedia of popular music, Third edition, New York: Macmillan, 1998, 8 v.
  • Peter Cliffe: Fascinating rhythm, Baldock, Hertfordshire: Egon Publishers Ltd, 1990, 282 p.
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Brian Rust, Sandy Forbes: British dance bands on record 1911 to 1945, General Gramophone Publications, 1987.
  • Edward Towler: British dance bands 1920-1949 on 12-inch long-playing records, Harrow, Middlesex: General Gramophone Publications, 1985, 268 p.
  • Patrick Gammond: Who's who in brass band music, in: Music on record 1 : brass bands, Cambridge: Patrick Stephens, 1980.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]