Poedoe
| Poedoe | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||
| Een zuidelijke poedoe | |||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
| Geslacht | |||||||||||
| Pudu John Edward Gray, 1852 | |||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||
Poedoe op  Wikispecies
| |||||||||||
| |||||||||||
De poedoe is een geslacht van twee Zuid-Amerikaanse hertensoorten. Het zijn de kleinste hertensoorten ter wereld. Sinds 2009 worden deze beide soorten door de IUCN als bedreigde dieren beschouwd. De naam poedoe is afgeleid van het woord Mapuche, dit is de naam van een inheems volk uit Chili en Argentinië.
Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]
De poedoe is zowel 's nachts als overdag actief. Anders dan de meeste herten is de poedoe een solitair dier. Het is een herbivoor en het kan geruime tijd zonder water.
Soorten[bewerken | brontekst bewerken]
De poedoe is onder te verdelen in twee soorten:
- De noordelijke poedoe (Pudu mephistophiles) leeft in de Andes van Colombia, Ecuador en Peru. Deze leeft op hoogtes tussen de 2.000 en de 4.000 meter boven zeeniveau. Het dier wordt niet hoger dan 35 cm (schofthoogte).
- De zuidelijke poedoe (Pudu puda of Pudu pudu) komt voor in Chili en Argentinië. Deze is iets groter dan zijn noordelijke neefje. Het bereikt hooguit een schofthoogte van 45 cm. Het dier wordt niet langer dan 85 cm en heeft een staart van tussen de vijf en de negen cm. De soort leeft niet hoger dan 2.000 meter boven zeeniveau.
Voor beide soorten geldt dat alleen de mannelijke poedoes een klein gewei dragen.