Progressief-Conservatieve Partij van Canada
Progressive Conservative Party of Canada Parti progressiste-conservateur du Canada | ||||
---|---|---|---|---|
Geschiedenis | ||||
Opgericht | 10 december 1942 | |||
Opheffing | 7 december 2003 | |||
Algemene gegevens | ||||
Actief in | Canada | |||
Richting | Centrum-rechts | |||
Ideologie | Liberaal conservatisme | |||
Kleuren | Blauw | |||
Internationale organisatie | International Democrat Union | |||
|
De Progressief-Conservatieve Partij van Canada (PC, Engels: Progressive Conservative Party of Canada, Frans: Parti progressiste-conservateur du Canada) was een Canadese federale politieke partij. De partij is de voortzetting van oude Conservatieve Partij van Canada, die haar naam wijzigde in 1942.
De Progressief-Conservatieve Partij leverde in totaal vier Canadese ministers-presidenten: John George Diefenbaker (1957-1963), Joe Clark (1979-1980), Brian Mulroney (1984-1993) en Kim Campbell (1993). In 1987 vond er een afsplitsing plaats van ontevreden Westelijke conservatieven. Die gingen verder met de Hervormingspartij (Reform Party).
In 2003 fuseerde de Progressief-Conservatieve Partij van Canada met de Canadese Alliantie (Canadian Alliance) tot de huidige Conservatieve Partij van Canada (Conservative Party of Canada). Sommige oud-leden die hier niet mee eens waren begonnen in augustus 2004 een nieuwe partij onder de naam Progressieve Canadese Partij (Progressive Canadian Party).
Controverse
In 1993 zond de Progressief-Conservatieve Partij, tijdens de federale verkiezingen van dat jaar, een televisiespot uit waarin de toenmalige partijleider van de Liberale Partij, Jean Chrétien, belachelijk werd gemaakt. In het spotje werd gesuggereerd dat Chrétien niet geschikt was als premier van Canada. In tegenstelling tot andere campagnespotjes, zoals het bekritiseren van iemands standpunten, werd hier vooral de nadruk gelegd op zijn afwijking: Chrétien lijd aan de aangezichtsverlamming van Bell. Dit spotje leidde tot veel verontwaardiging in Canada en resulteerde uiteindelijk tot de grootste verkiezingsnederlaag ooit in de Canadese geschiedenis: het aantal zetels van de Progressief-Conservatieve Partij daalde van 169 naar slechts 2. Zelfs partijleider Campbell verloor uiteindelijk haar zetel.
Verkiezingen voor het Canadees Lagerhuis, 1945–2000
Jaar | # kandidaten | # zetels | # stemmen | % stemmen (landelijk) |
---|---|---|---|---|
1945 | 203 | 65 | 1.448.744 | 27,62% |
1949 | 249 | 41 | 1.734.261 | 29,62% |
1953 | 248 | 50 | 1.749.579 | 31,01% |
1957 | 256 | 109 | 2.564.732 | 38,81% |
1958 | 265 | 208 | 3.908.633 | 53,56% |
1962 | 265 | 114 | 2.865.542 | 37,22% |
1963 | 265 | 93 | 2,582.322 | 32,72% |
1965 | 265 | 95 | 2.500.113 | 32,41% |
1968 | 262 | 72 | 2.548.949 | 31,36% |
1972 | 265 | 107 | 3.388.980 | 35,02% |
1974 | 264 | 95 | 3.371.319 | 35,46% |
1979 | 282 | 136 | 4.111.606 | 35,89% |
1980 | 282 | 103 | 3.552.994 | 32,49% |
1984 | 282 | 211 | 6.278.818 | 50,03% |
1988 | 295 | 169 | 5.667.543 | 43,02% |
1993 | 295 | 2 | 2.178.303 | 16,04% |
1997 | 301 | 20 | 2.446.705 | 18,84% |
2000 | 291 | 12 | 1.566.994 | 12,19% |