Naar inhoud springen

Rijksmuseum van Natuurlijke Historie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hans B. (overleg | bijdragen) op 20 feb 2008 om 16:20. (cat, decat, bestaat niet meer, dus kan ook geen museum in Nederland meer zijn)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Sjabloon:Infobox Museum Het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden, werd in 1820 bij Koninklijk Besluit opgericht. Het bestond toen uit een samenvoeging van bestaande collecties. Dit gebeurde op initiatief van Coenraad Jacob Temminck, die het museum vooral als een onderzoeksinstituut zag. Er was dan ook een relatie met de Rijksuniversiteit Leiden. De totale collectie was behoorlijk groot en werd gedurende de volgende 150 jaar nog veel verder uitgebreid, voornamelijk door regelmatige buitenlandse expedities en door het verkrijgen van particuliere verzamelingen uit erfenissen.

Het RMNH en zijn publiek

Een publieksfunctie was tot 1976 echter zo goed als afwezig. Van 1820 tot 1913 was het museum gewoonlijk alleen op zondagen voor publiek geopend. Wel konden studenten en wetenschappers er op aanvraag rondgeleid worden.

In 1913 verhuisde het museum naar een nieuw gebouw, waar slecht één klein zaaltje ter beschikking stond voor exposities. In 1950 werd ook dit zaaltje gesloten wegens gebrek aan toezicht. Sindsdien kwamen er alleen nog enkele bezoekers binnen voor rondleidingen, lezingen en zeldzame, tijdelijke tentoonstellingen.

In 1976 verscheen een belangrijke nota, ‘Naar een nieuw museumbeleid’. Deze had als gevolg dat het museum meer een centrale museumfunctie ging vervullen binnen zijn vakgebied, onder andere met behulp van tijdelijke en rondzendtentoonstellingen, en door uitleen van stukken uit zijn collectie aan andere musea. Een eigen permanente expositie was er toen echter nog steeds niet.

Die kwam er pas toen het museum in 1986 de zogenaamde ‘Nationale Presentatie’ op het gebied van de natuurlijke historie kreeg toebedeeld door de minister. Toen begon men plannen te maken voor een nieuw gebouw - deze waren in 1990 gereed - en was de regering bereid hieraan mee te betalen. Dit resulteerde ruim tien jaar later (1998) in het succesvolle museum Naturalis.