Sint-Vincentiuskerk (Zinnik)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Sint-Vincentiuskerk van Zinnik.

De Sint-Vincentiuskerk is een voormalige kapittelkerk en de huidige rooms-katholieke parochiekerk van Zinnik in de Belgische provincie Henegouwen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Gezicht op het lange schip van de kerk.

Op de plaats van de huidige kerk was waarschijnlijk al onder de Merovingen een Godshuis. De kerk werd door de Noormannen verwoest, en werd in opdracht van de aartsbisschop van Keulen, Bruno de Grote, nog voor 957 hersteld. In de 12de eeuw verkreeg het kapittel een akkoord met de abdij van Cambrom, tot het heffen van tienden. In verleent Willem van Auxonne, beisschop van Kamerijk, ijn epsicaopale approbatie voor de canonieke electie van de proost. Twee jaar later wordt het kapittel volledig exempt, waardoor het aanzien van het kapittel snel verstevigd wordt. De kanunniken, genoten tot de franse revolutie van een aanzienlijke prebende. Om hun heerlijke rechten te vrijwaren had het kapittel een baljuw aangesteld die recht kon spreken in Zinnik. Daarnaast ontvingen zij ook schenkingen: zo schonken Albert en Isabella, 500 ponden vlaams aan het kapittel. Ook werden er belangrijke relieken geschonken; een inventaris vermeldt een reliek geschonken door Boudewijn van Constantinopel. Naast edelsmeedwerk is er ook een kazuifel bewaard die geschonken is door Keizerin Maria-Teresia van Oostenrijk en een ander exemplaar van Filips II van Spanje. Het kapittel verzorgde het religieuze leven in Zinnik, dat vooral beston uit de verering van Sint-Vincentius: zo was er jaarlijks een grote processie ter memorie van de Translatio van sint-Vincentius in 875. Een merkwaardig gebruik werd door het kapittel in ere gehouden; op het feest van de onschuldige kinderen, lieten de kanunnike hun plaats aan jongens, die het officie zongen.[1]

Architectuur[bewerken | brontekst bewerken]

Met de bouw van de grote romaanse basiliek voor het onderbrengen van de relikwieën van Sint-Vincentius werd in het eerste kwart van de 11e eeuw begonnen. Vervolgens werd westelijk deel en het koor met de transept voltooid. De kerk werd in 1160 ingewijd. Vanaf 1180 werd er gebouwd aan het lange schip met zijbeuken. De oorspronkelijke, in onze ogen onregelmatige vorm van de muurstijlen aan buitenkant van de muren van de zijbeuken zijn door de kunsthistoricus Harald Busch als een "echo van Karolingisch bouwkunst"[2] omschreven. De westelijke toren met zijn kleine flanktorens werd in de 13e eeuw gedeeltelijk bekleed.[3]

De kapittelkerk werd in 1797 opgeheven.

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. L'ancienne ville de Soignies in Mémoires et publications de la Société des sciences, des arts et des lettres du Hainaut.-Maison Léon Lasseau., 1870
  2. H. Busch, Germania Romanica. Die hohe Kunst der romanischen Epoche im mittleren Europa, Wenen - e.a., 1981³, p. 265: "Die in unserem Bild gezeigten unregelmäßigen Wandvorlagen außen an den Seitenschiffmauern lassen sich kaum anders als ein Nachklang von karolingischem Bauen datieren; ...".
  3. H. Busch, Germania Romanica. Die hohe Kunst der romanischen Epoche im mittleren Europa, Wenen - e.a., 1981³, p. 265: "Der vom Treppentürmen flankierte Westturm ist im 13. Jh. zum Teil ummantelt wurden."

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel St. Vincent (Soignies) op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  • H. Busch, Germania Romanica. Die hohe Kunst der romanischen Epoche im mittleren Europa, Wenen - e.a., 1981³, pp. 264–266.