Koepokken: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
UIC2 (overleg | bijdragen)
cat-change
Robert Prummel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
Het koepokkenvirus veroorzaakt een ook voor de mens besmettelijke ziekte. De ziekte verloopt goedaardig; er vormt zich een blaas op de huid en daarna is de zieke [[resistent]] tegen het virus maar ook tegen het verwante pokkenvirus.
Het koepokkenvirus veroorzaakt een ook voor de mens besmettelijke ziekte. De ziekte verloopt goedaardig; er vormt zich een blaas op de huid en daarna is de zieke [[resistent]] tegen het virus maar ook tegen het verwante pokkenvirus.


In de 18e eeuw merkte men op dat melksters geen pokken kregen en aan deze dodelijke ziekte ontsnapten. Dat bracht artsen op het idee om kinderen en volwassenen met een in een blaas op de huid van een koe gehouden mesje in de huid te snijden zodat er een besmetting optrad. De mens kreeg een blaasje op de houd en werd korte tijd ziek. De ziekteverschijnselen bleken niet ernstig. Op de huid bleef een litteken achter en de persoon was vervolgens [[resistent]].
In 1796 merkte de Britse arts [[Edward Jenner]] op dat melksters geen pokken kregen en aan deze dodelijke ziekte ontsnapten. Dat bracht artsen op het idee om kinderen en volwassenen met een in een blaas op de huid van een koe gehouden mesje in de huid te snijden zodat er een besmetting optrad. De mens kreeg een blaasje op de houd en werd korte tijd ziek. De ziekteverschijnselen bleken niet ernstig. Op de huid bleef een litteken achter en de persoon was vervolgens [[resistent]].

Boeren op het platteland in [[Turkije]] hadden de gewoonte om zichzelf te beschermen tegen de pokken door zichzelf in aanraking te brengen met het vocht uit een pokkenblaasje van iemand die aan een milde vorm van de pokken leed. Hierdoor kreeg men namelijk vaak zelf ook een milde vorm van pokken, en was daarna beschermd tegen de ernstige variant. Men liep echter toch een klein risico om ook aan deze milde vorm te overlijden. Lady [[Mary Montague]] merkte deze gewoonte op tijdens een bezoek aan Turkije, en vertelde hier in Engeland over.
Dit verhaal kwam ook Edward Jenner ter ore. Tijdens experimenten hiermee viel hem op dat melkmeisjes de ziekte nooit kregen, zelfs wanneer hij hen bewust besmette. Jenner bracht dit terecht in verband met het feit dat deze meisjes door hun beroep vaak in aanraking kwamen met de koepokken. Zo kwam Jenner rond 1796 op het idee dat men zich tegen besmetting met de gevaarlijke menselijke [[pokken]] kon beschermen door een moedwillige ''inoculatie'' (of '''inenting''') met de koepokken.

Het werk van de Nederlander [[Geert Reinders]] omtrent de enting tegen [[runderpest]] (in [[1774]]) was ook bekend bij Jenner en kan hem mede geïnspireerd hebben bij zijn experimenten met de pokken.


De 18e eeuwse wetenschap kende de virussen nog niet maar men wist uit ondervinding dat niemand tweemaal pokken kon krijgen.
De 18e eeuwse wetenschap kende de virussen nog niet maar men wist uit ondervinding dat niemand tweemaal pokken kon krijgen.


De term [[vaccinatie|vaccineren]] is van ''vaccinia'' afgeleid.
De term [[vaccinatie|vaccineren]] is van ''vaccinia'' afgeleid.








[[Categorie:Geneeskunde]]
[[Categorie:Geneeskunde]]

Versie van 13 nov 2008 02:42

Koepokken (Latijn: vaccinia) is een virale en zeer besmettelijke runderziekte die verwant is aan de bij mensen voorkomende pokken of variola.

Het koepokkenvirus veroorzaakt een ook voor de mens besmettelijke ziekte. De ziekte verloopt goedaardig; er vormt zich een blaas op de huid en daarna is de zieke resistent tegen het virus maar ook tegen het verwante pokkenvirus.

In 1796 merkte de Britse arts Edward Jenner op dat melksters geen pokken kregen en aan deze dodelijke ziekte ontsnapten. Dat bracht artsen op het idee om kinderen en volwassenen met een in een blaas op de huid van een koe gehouden mesje in de huid te snijden zodat er een besmetting optrad. De mens kreeg een blaasje op de houd en werd korte tijd ziek. De ziekteverschijnselen bleken niet ernstig. Op de huid bleef een litteken achter en de persoon was vervolgens resistent.

Boeren op het platteland in Turkije hadden de gewoonte om zichzelf te beschermen tegen de pokken door zichzelf in aanraking te brengen met het vocht uit een pokkenblaasje van iemand die aan een milde vorm van de pokken leed. Hierdoor kreeg men namelijk vaak zelf ook een milde vorm van pokken, en was daarna beschermd tegen de ernstige variant. Men liep echter toch een klein risico om ook aan deze milde vorm te overlijden. Lady Mary Montague merkte deze gewoonte op tijdens een bezoek aan Turkije, en vertelde hier in Engeland over. Dit verhaal kwam ook Edward Jenner ter ore. Tijdens experimenten hiermee viel hem op dat melkmeisjes de ziekte nooit kregen, zelfs wanneer hij hen bewust besmette. Jenner bracht dit terecht in verband met het feit dat deze meisjes door hun beroep vaak in aanraking kwamen met de koepokken. Zo kwam Jenner rond 1796 op het idee dat men zich tegen besmetting met de gevaarlijke menselijke pokken kon beschermen door een moedwillige inoculatie (of inenting) met de koepokken.

Het werk van de Nederlander Geert Reinders omtrent de enting tegen runderpest (in 1774) was ook bekend bij Jenner en kan hem mede geïnspireerd hebben bij zijn experimenten met de pokken.

De 18e eeuwse wetenschap kende de virussen nog niet maar men wist uit ondervinding dat niemand tweemaal pokken kon krijgen.

De term vaccineren is van vaccinia afgeleid.