Type-exemplaar

Het type-exemplaar van een plant of dier is het exemplaar van die plant of dat dier waarop de oorspronkelijke wetenschappelijke beschrijving ervan is gebaseerd. Dit is nodig om altijd zeker te weten welke soort met een beschrijving bedoeld is. Als er later twijfel ontstaat of een bepaald specimen tot dezelfde soort behoort wordt deze vraag beantwoord door een vergelijking met het type-exemplaar.

Er zijn verschillende soorten type-exemplaren:

• Holotype - het originele exemplaar waarop de oorspronkelijke soortbeschrijving is gebaseerd.
• Allotype - exemplaar van dezelfde lokatie en tijd als het holotype maar van het andere geslacht.
• Neotype - een nieuw als holotype aangewezen exemplaar als er geen holotype was of als dit verloren is gegaan.
• Paratype - andere exemplaren van de soort die eveneens zijn gebruikt voor de eerste beschrijving, naast het holotype.
• Isotype - een exemplaar van dezelfde soort als het holotype, op de zelfde tijd en dezelfde plaats verzameld.
• Syntype - een collectie exemplaren, dioe door de auteur zijn gebruikt voor de soortbeschrijving zonder dat die auteur er een heeft aangewezen als holotype. Wordt er hieruit later alsnog 1 gekozen, dan wordt dat het
• lectotype en de andere krijgen dan de status van
• paralectotype.