Voorzetselvoorwerp: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
KittenKlub~nlwiki (overleg | bijdragen)
Wijzigingen van 84.193.120.178 ongedaan gemaakt
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6: Regel 6:
* Ik ben niet tevreden ''met deze computer''. (tevreden zijn met)
* Ik ben niet tevreden ''met deze computer''. (tevreden zijn met)
Hierbij is ''met deze computer'' het voorzetselvoorwerp.
Hierbij is ''met deze computer'' het voorzetselvoorwerp.

» bij redekundige ontleding heb je verschillende voorwerpen het lijdendvoorwerp en meewerkendvoorwerp en het voorzetselvoorwerp.

Voorzetselvoorwerpen kunnen gemakkelijk met bijwoordelijke bepalingen verward worden.
Net als veel bijwoordelijke bepalingen beginnen ze vaak met een '''voorzetsel'''
Daarom is het belangrijk de kenmerken van het voorzetsel voorwerp goed te bestuderen.

1.het is met een werkwoord verbonden door middel van een vast voorzetsel , daar bedoelen we mee , dat je het voorzetsel niet door een ander kunt vervangen zonder de betekenis te veranderen.

enkele voorbeelden:
hij verwondert zich over dat gedrag
zich ergeren aan.
hij ergt zich ''aan de hond van de buurman''
het schuingedrukt is het voorzetsel voorwerp

2.heel vaak kun je er + dat-constructie toepassen.
hoe gaat dat in ze werk
verbindt ''er'' met het voorzetsel
maak van de rest van de woordgroep een passend zinnetje, waarbij je allerlei woorden mag veranderen of toevoegen

'''bijvoorbeeld"'''

hij verwondert zich erover, dat hij zich zo vreemd gedraagt
hij ergert zich eraan, dat de hond van de buurman steeds in zijn tuin loopt.

3.het werkwoord waarmee het vaste voorzetsel verbonden is, heeft vaak geen letterlijke maar een figuurlijke betekenis.

vergelijk
'''A'''. we rekenen er op een kladblaadje ( letterlijk )
'''B'''. we rekenen op je komt ( figuurlijk )

in a is op een kladblaadje een bijwoordelijk bepaling
in b is op je komt een voorzetsel voorwerp.





== Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling? ==
== Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling? ==

Versie van 6 dec 2005 17:20

Het voorzetselvoorwerp begint altijd met een vast voorzetsel. Het komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel en het verbindt het voorzetsel met het gezegde

Enkele voorbeelden:

  • Ik twijfel aan Wikipedia. (twijfelen aan)

Hierbij is aan Wikipedia het voorzetselvoorwerp.

  • Ik ben niet tevreden met deze computer. (tevreden zijn met)

Hierbij is met deze computer het voorzetselvoorwerp.

» bij redekundige ontleding heb je verschillende voorwerpen het lijdendvoorwerp en meewerkendvoorwerp en het voorzetselvoorwerp.

Voorzetselvoorwerpen kunnen gemakkelijk met bijwoordelijke bepalingen verward worden. Net als veel bijwoordelijke bepalingen beginnen ze vaak met een voorzetsel Daarom is het belangrijk de kenmerken van het voorzetsel voorwerp goed te bestuderen.

1.het is met een werkwoord verbonden door middel van een vast voorzetsel , daar bedoelen we mee , dat je het voorzetsel niet door een ander kunt vervangen zonder de betekenis te veranderen.

enkele voorbeelden: hij verwondert zich over dat gedrag zich ergeren aan. hij ergt zich aan de hond van de buurman het schuingedrukt is het voorzetsel voorwerp

2.heel vaak kun je er + dat-constructie toepassen. hoe gaat dat in ze werk verbindt er met het voorzetsel maak van de rest van de woordgroep een passend zinnetje, waarbij je allerlei woorden mag veranderen of toevoegen

bijvoorbeeld"

hij verwondert zich erover, dat hij zich zo vreemd gedraagt hij ergert zich eraan, dat de hond van de buurman steeds in zijn tuin loopt.

3.het werkwoord waarmee het vaste voorzetsel verbonden is, heeft vaak geen letterlijke maar een figuurlijke betekenis.

vergelijk A. we rekenen er op een kladblaadje ( letterlijk ) B. we rekenen op je komt ( figuurlijk )

in a is op een kladblaadje een bijwoordelijk bepaling in b is op je komt een voorzetsel voorwerp.



Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?

Als een zinsdeel dat begint met een voorzetsel een plaats aangeeft is het een bijwoordelijke bepaling.

Voorbeeld:

  • Zij hingen aan zijn lippen. (aan zijn lippen = voorzetselvoorwerp)

De jas hangt aan de kapstok. (aan de kapstok = bijwoordelijke bepaling)

Sjabloon:Zinsontleding