Juxtaglomerulair apparaat: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
Het JGA bestaat uit drie delen: |
Het JGA bestaat uit drie delen: |
||
# Regel in genummerde lijst |
|||
Juxtaglomerulaire cellen/cellen van Ruyter: epitheloïde cellen in wand vas afferens, zorgen voor de renine productie, gelegen op de plek waar de afferente arteriole overgaat in glomerulus. |
|||
⚫ | |||
# Regel in genummerde lijst |
|||
⚫ | |||
⚫ | |||
# Regel in genummerde lijst |
|||
⚫ | Mesengiale cellen: gemodificeerde gladde spiercellen, dus ze bevatten myosine; liggen tussen glomerulaire capillairen en contraheren onder invloed van Angiotensine II: als reactie produceren deze cellen relaxerende eiconsaoïden (onder andere prostaglandine). Dit leidt respectievelijk tot afname of toename van het filtratieoppervlak. |
||
{{Navigatie urinair stelsel}} |
{{Navigatie urinair stelsel}} |
||
Versie van 26 jun 2013 09:43
Het juxtaglomerulaire apparaat (JGA) is een onderdeel van de nier en bestaat uit een systeem van cellen, die in de wand tussen de aanvoerende (afferente) en afvoerende (efferente) arteriolen van de nierglomeruli liggen. De cellen zijn gespecialiseerde gladde spiercellen en produceren en scheiden renine af. Renine speelt een belangrijke rol in de bloeddrukregeling.
Het JGA bestaat uit drie delen:
- Regel in genummerde lijst
Juxtaglomerulaire cellen/cellen van Ruyter: epitheloïde cellen in wand vas afferens, zorgen voor de renine productie, gelegen op de plek waar de afferente arteriole overgaat in glomerulus.
- Regel in genummerde lijst
Macula densa: cellen van distale tubulus gericht richting afferente arteriole, waar deze de vas afferens raakt, zien er 'dense' (donkere kernen) uit op EM. Hebben een sensorfunctie ten opzichte van de inhoud van de distale tubulus: osmolaliteit en chloorgehalte.
- Regel in genummerde lijst
Mesengiale cellen: gemodificeerde gladde spiercellen, dus ze bevatten myosine; liggen tussen glomerulaire capillairen en contraheren onder invloed van Angiotensine II: als reactie produceren deze cellen relaxerende eiconsaoïden (onder andere prostaglandine). Dit leidt respectievelijk tot afname of toename van het filtratieoppervlak.