Broncode: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Gebruik van de broncode: vrijwel alle talen gebruiken een VM
Regel 6: Regel 6:


* Met een compiler: Een compiler zet de broncode om in machinetaal zodat deze uitgevoerd kan worden. Als de compiler eerst assembly-code genereert moet de [[assembler (software)|assembler]] dat eerst naar machinetaal vertalen om het uitvoerbare programma te verkrijgen.
* Met een compiler: Een compiler zet de broncode om in machinetaal zodat deze uitgevoerd kan worden. Als de compiler eerst assembly-code genereert moet de [[assembler (software)|assembler]] dat eerst naar machinetaal vertalen om het uitvoerbare programma te verkrijgen.
* Met een interpreter: De broncode kan in sommige gevallen ook uitgevoerd worden met een interpreter, een programma dat de broncode gelijk uitvoert. Dit is doorgaans een stuk langzamer dan een gecompileerd programma, aangezien elke regel van de code eerst omgezet moet worden naar machinetaal, waarna het uitgevoerd wordt. Een interpreter die direct de broncode uitvoert is mogelijk, maar wordt in verband met de slechtere prestatie niet gebruikt voor veeleisende toepassingen.
* Met een interpreter: De broncode kan in sommige gevallen ook uitgevoerd worden met een interpreter, een programma dat de broncode gelijk uitvoert. Dit is doorgaans een stuk langzamer dan een gecompileerd programma, aangezien elke regel van de code eerst verwerkt moet worden voordat deze uitgevoerd wordt. In de praktijk zetten moderne interpreters de broncode eerst om in een [[interne representatie]], wat ook een vorm van compileren is, om deze interne representatie van het programma vervolgens uit te voeren.
* Middels een [[virtuele machine]]. Bij veel moderne programmeertalen, zoals [[C♯|C#]], [[Programmeertaal Java|Java]], [[Perl (programmeertaal)|Perl 6]] en [[Scala_(programmeertaal)|Scala]] wordt meestal een mengvorm gebruikt: de broncode wordt eerst gecompileerd naar een tussentaal ([[bytecode]], [[P-code]] of 'managed code' [[MSIL]]), die vervolgens door een ''virtuele machine'' wordt geïnterpreteerd. Enkele voordelen van deze constructie zijn:
* Middels een aparte [[virtuele machine]]. Bij veel moderne programmeertalen, zoals [[C♯|C#]], [[Programmeertaal Java|Java]], [[Perl (programmeertaal)|Perl 6]] en [[Scala_(programmeertaal)|Scala]] wordt meestal een mengvorm gebruikt: de broncode wordt eerst gecompileerd naar een tussentaal ([[bytecode]], [[P-code]] of 'managed code' [[MSIL]]), die vervolgens door een aparte ''virtuele machine'' wordt geïnterpreteerd. Enkele voordelen van deze constructie zijn:
** De gecompileerde code is platformonafhankelijk.
** De gecompileerde code is platformonafhankelijk.
** De interpreter kan op het moment van uitvoeren nog bepaalde controles en bewerkingen uitvoeren, zoals de [[sandbox security]] van Java-[[applet]]s en een optimalisatie van de performance.
** De interpreter kan op het moment van uitvoeren nog bepaalde controles en bewerkingen uitvoeren, zoals de [[sandbox security]] van Java-[[applet]]s en een optimalisatie van de performance.

Versie van 6 feb 2015 20:18

Broncode in Java met commentaar in rood en groen, de uitvoerbare code is blauw weergegeven.

De broncode (ook wel brontekst of in het Engels: source of source code) van een computerprogramma is de leesbare tekst die door de programmeur in een programmeertaal is geschreven. Dit in tegenstelling tot de uitvoerbare (executable) code of doelcode ((en) object-code) zoals die door een compiler of interpreter vanuit deze broncode gegenereerd wordt.

Gebruik van de broncode

De broncode kan op een aantal manieren worden omgezet naar uitvoerbare code zodat het programma uitgevoerd kan worden.

  • Met een compiler: Een compiler zet de broncode om in machinetaal zodat deze uitgevoerd kan worden. Als de compiler eerst assembly-code genereert moet de assembler dat eerst naar machinetaal vertalen om het uitvoerbare programma te verkrijgen.
  • Met een interpreter: De broncode kan in sommige gevallen ook uitgevoerd worden met een interpreter, een programma dat de broncode gelijk uitvoert. Dit is doorgaans een stuk langzamer dan een gecompileerd programma, aangezien elke regel van de code eerst verwerkt moet worden voordat deze uitgevoerd wordt. In de praktijk zetten moderne interpreters de broncode eerst om in een interne representatie, wat ook een vorm van compileren is, om deze interne representatie van het programma vervolgens uit te voeren.
  • Middels een aparte virtuele machine. Bij veel moderne programmeertalen, zoals C#, Java, Perl 6 en Scala wordt meestal een mengvorm gebruikt: de broncode wordt eerst gecompileerd naar een tussentaal (bytecode, P-code of 'managed code' MSIL), die vervolgens door een aparte virtuele machine wordt geïnterpreteerd. Enkele voordelen van deze constructie zijn:
    • De gecompileerde code is platformonafhankelijk.
    • De interpreter kan op het moment van uitvoeren nog bepaalde controles en bewerkingen uitvoeren, zoals de sandbox security van Java-applets en een optimalisatie van de performance.

Er is ook een constructie waarbij de broncode in een andere broncode wordt vertaald. Bijvoorbeeld in de taal PL/SQL waarbij de universele PL/SQL compiler de broncode naar een C-code (ontdaan van objectgeoriënteerde code maar voorzien van 'embedded SQL') vertaald die automatisch door een 'native' C compiler weer vertaald wordt naar een zeer optimale machinecode.

Het is ook mogelijk direct te programmeren in machinetaal. Doorgaans wordt hier van een (low-level) programmeertaal gebruikgemaakt in de vorm van een assembler waarbij in principe één regel code één machine-instructie oplevert, bestaande uit enkele bytes. Dit wordt soms gedaan voor uiterst tijdkritische code, want het is specialistisch en zeer arbeidsintensief werk. Optimalisaties die compilers doen zijn tegenwoordig onovertroffen. Ook is machinetaal platformafhankelijk en de investering wordt direct waardeloos bij gebruik van een incompatibel platform.

Voorbeeld

De volgende broncode in C:

 int square(int i )
 {
  return i * i;
 }

wordt bijvoorbeeld in een assembleertaal zoiets als:

 SQUARE: PUSH B
  MOV A, [SP+2]
  MOV B, A
  MULT 
  POP B 
  RET

en in een gebruikersvriendelijke machinecode (hier weergegeven in het hexadecimale stelsel, achtereenvolgens geheugenadres, machinecodes en controle-som):

1800260225005510120003FF