Naar inhoud springen

Lothar Udo III

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Udo II van Stade)
Lothar Udo III
1070-1106
Markgraaf van de Noordmark
Periode 1087-1106
Voorganger Hendrik I de Lange
Opvolger Rodolf I
Vader Lothar Udo II
Moeder Oda van Werl

Lothar Udo III (ca. 1070-2 juni 1106[1]), markgraaf van de Noordmark en graaf van Stade (als Lothar Udo IV), zoon van Lothar Udo II, markgraaf van de Noordmark, en Oda van Werl, dochter van Herman III, graaf van Werl, en Richenza van Zwaben.[2] Hij was de jongere broer van zijn voorganger Hendrik I de Lange, die hij in 1087 zou opvolgen.[3]

Lothar Udo was verloofd met Eilika van Saksen, de dochter van hertog Magnus van Saksen en Sophia van Hongarije.[4] Hij verbrak echter deze verloving ten voordele van het Huis Helperich, omdat hij interesse toonde voor graaf Helperichs aantrekkelijke zus Ermengardam.[4] Hij huwde dan ook met Irmgard, dochter van Diederik, graaf van Plötzkau, en Mathilde van Walbeck, dochter van Koenraad, graaf van Walbeck.[3] Eilika liet het niet aan haar hart komen en trouwde met Otto de Rijke, graaf van Ballenstedt, en was bij hem moeder van Albrecht de Beer, de laatste markgraaf van de Noordmark en eerst markgraaf van Brandenburg. Dit zorgde voor een interessante wending in de geschiedenis van het graafschap Stade.

Lothar Udo en Irmgard hadden vier kinderen:[3]

Lothar Udo werd na zijn dood door zijn broer Rudolf opgevolgd als markgraaf en graaf.[5]

  1. Chronicon Monasterii Rosenfeld seu Hassefeld (= J. Vogt, Monumenta inedita rerum Germanicarum praecipue Bremensium, I.2, Bremen, 1741, p. 138). Gearchiveerd op 15 augustus 2016.
  2. Annalista Saxo a. 1082 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, IV, Hannover, 1844, pp. 720).
  3. a b c Annalista Saxo a. 1087 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, IV, Hannover, 1844, pp. 724).
  4. a b c d Annales Stadenses a. 1144 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, XVI, Hannover, 1862, p. 326).
  5. Annalista Saxo a. 1106 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, IV, Hannover, 1844, pp. 744).
  • R.G. Hucke, Die Grafen von Stade. 900–1144. Genealogie, politische Stellung, Comitat und Allodial-besitz der sächsischen Udonen, Stade, 1956.
  • C. Raffensperger, Reimagining Europe, Cambridge, MA, 2012.
  • C. Cawley, Saxony, nobility, fmg.ac (2006-2016).