Zielknijper

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Karikatuur van een zielenknijper door Carl Josef Pollak

Zielknijper (ook wel: zieleknijper (tot 1996) of zielenknijper, 1862, De Geschiedenis van Woutertje Pieterse - Multatuli) is een laatdunkende benaming voor een psychiater.

Bij Marten Toonder[bewerken | brontekst bewerken]

Het woord leek aanvankelijk zijn oorsprong te vinden in de verhalen uit de Bommelcyclus van Marten Toonder. In deze reeks figureert een zekere Drs. (later Dr.) Okke Zielknijper, een psychiater, psycholoog of pedagoog die zijn patiënten doorgaans als "gevallen" beschouwt (hij verschijnt in totaal 27 vertellingen). Hij maakt zijn opwachting in het verhaal Tom Poes en de partenspeler als hoofd van de voogdijraad. Aan het eind van het verhaal krijgt hij eervol ontslag en besluit zijn doctoraalscriptie te gaan schrijven. Hij heeft een bloeiende praktijk opgebouwd in de stad Rommeldam. Deze zachte heelmeester wordt door moeder Troggel uit Heer Bommel en de toekomer getypeerd als de "bleke flapflodder".

Bij Multatuli[bewerken | brontekst bewerken]

In 2008 heeft Nicoline van der Sijs aangetoond, dat het woord zielknijper vanaf 1862 door Multatuli werd gebruikt (schertsend, voor een personage uit Woutertje Pieterse, namelijk de dominee - iemand die zieltjes wint! - die 'bakers onwaardeerbaar gezegde' "dankie wel, juffre Pieterse, m'n koppie is omgekeerd, dat zie je wel!" tot tekst gekozen had). Van der Sijs heeft haar bevindingen gepubliceerd op de website van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.

Het is aannemelijk dat Multatuli het woord heeft bedacht. Het komt vaak voor, dat bij deze zogenoemde "gemunte woorden" (woorden waarvan bekend is wie ze bedacht heeft) het eenvoudiger is te achterhalen wie die verspreid heeft, dan de oorspronkelijke bedenker ervan.