Banga (geslacht)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Banga was een Fries geslacht dat bestuurders van Franeker, een bekende geneesheer en juristen voortbracht.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De stamreeks begint met Harmen Sijdses (†1674) die meesterschoenmaker te Sexbierum was. Zijn zoon Sijds (1640-1698) werd lid van de vroedschap van Franeker en was daarmee de eerste bestuurder van die stad uit zijn geslacht.

Het geslacht werd in 1935 opgenomen in het Nederland's Patriciaat.

Enkele telgen[bewerken | brontekst bewerken]

Sijds Harmens (1640-1698), leerlooier en meesterschoenmaker, lid van de vroedschap van Franeker

  • Tjeerd Sijdses (1671-1731), meesterschoenmaker, leerlooier, koopman
    • Sijds Tjeerds Hesinga (1702-1746), leerlooier, lid van de vroedschap (1728) en burgemeester (1732-1746) van Franeker
      • Mr. Tjeerd Sijdses Banga (1741-1810), wijnkoper, lid van de vroedschap van Franeker, gevangen te Leeuwarden wegens patriottische gezindheid (1787-1789)
        • Dr. Jelle Banga (1786-1877), geneesheer, burgemeester van Franeker
          • Aaltje Banga (1809-1840); trouwde in 1837 met mr. Gijsbertus Schot (1810-1889), notaris en Eerste Kamerlid
          • Leonora Johanna Banga (1811-1894); trouwde in 1836 met mr. Pieter Adama Zijlstra (1810-1863), burgemeester
          • Theodora Klazina Banga (1814-1851); trouwde in 1837 met prof. dr. Evert Jan Diest Lorgion (1812-1876), hoogleraar godgeleerdheid
          • Sijdske Banga (1815-1842); trouwde in 1840 met mr. Tjepke Mulier (1815-1883), burgemeester
          • Mr. Klaas Banga (1826-1911), rechter; trouwde in 1856 met zijn nicht Leuwkje Stinstra (1834-1924)
        • Elisabeth Banga (1793-1879), voogdes Klaarkampster Weeshuis; trouwde in 1815 met mr. Joannes Stinstra (1789-1842), plaatsvervangend vrederechter, griffier vredegerecht en voogd Klaarkampster Weeshuis
          • Leuwkje Stinstra (1834-1924); trouwde in 1856 met haar neef mr. Klaas Banga (1826-1911), rechter