Boerenkoolspruitjes

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Boerenkoolspruitjes

Boerenkoolspruitjes of bloemspruitjes, soms miniboerenkooltjes of naar het Engels Brusselkale kalettes of flower sprouts, is een hybride groente. De plant is een kruising tussen spruitkool en boerenkool. Hij is voorzien van een groot aantal spruitvormige okselscheuten met rafelige blaadjes en paarse strepen. Ieder spruitje ziet eruit als een klein struikje boerenkool. De kruising is ontwikkeld in het Verenigd Koninkrijk en geïntroduceerd in 2010.[1]

Teelt[bewerken | brontekst bewerken]

Boerenkoolspruitjes is een kruising van boerenkool en spruitkool en behoort tot dezelfde soort als genoemde rassen, kool (Brassica oleracea). De soort groeit alleen bij lage temperaturen, in Nederland en Vlaanderen van november tot maart, wat het tot een wintergroente maakt. Het is een donkergroene tot paarse kool, die op net als gewone spruiten op stengels groeit. De knoppen zijn groter dan spruitjes en hebben gekrulde bladeren, die paars zijn dooraderd. Het ras is door een Britse kweker met behulp van traditionele kweektechnieken aan het eind van de 20e eeuw ontwikkeld en in 2010 op de markt gebracht als nieuwe groente. Inmiddels wordt het ook in andere landen geteeld zoals in België en Nederland.

Voedsel[bewerken | brontekst bewerken]

De groente smaakt zoeter en minder sterk dan spruitjes en mist de taaie structuur van boerenkool. Net als de meeste koolsoorten geldt de groente als gezond. De boerenkoolspruitjes laten zich op verschillende manieren bereiden, rauw in salade, roerbakken, roosteren, koken en stomen, en worden gegeten met bijvoorbeeld pasta en aardappelen. De telers beschouwen de groente als een mogelijkheid voor akkerbouwers om het bouwplan te verruimen en voor consumenten om eenvoudiger kool te bereiden. In Nederland is de groente in sommige supermarkten te koop[2]