Bud Plays Bird

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bud Plays Bird
Studioalbum van Bud Powell
(Albumhoes op en.wikipedia.org)
Uitgebracht 1996
Opgenomen 1957/1958
Genre jazz
Duur 61:38
Label(s) Roulette / Blue Note
Producent(en) Rudy Traylor, Michael Cuscuna
Chronologie
Bud! The Amazing Bud Powell (Vol. 3)
(1957)
  1996
Bud Plays Bird
  Time Waits: The Amazing Bud Powell (Vol. 4)
(1958)

(en) MusicBrainz-pagina
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Bud Plays Bird is een studioalbum van jazzpianist Bud Powell, opgenomen in oktober en december 1957 en januari 1958 voor Roulette. De plaat kwam pas uit in 1996[1], nadat de opnames werden herontdekt door Michael Cuscuna. Het album verscheen onder het label Roulette bij Blue Note als deel van The Blue Note Collection.[2]

Ontvangst[bewerken | brontekst bewerken]

Scott Yanow noemde het album beter dan zijn werk op Verve Records, maar minder dan zijn eerdere Blue Note-albums en gaf de plaat vier (van vijf mogelijke) sterren.[3]

Tracks[bewerken | brontekst bewerken]

Alle nummers gecomponeerd door Charlie Parker, tenzij anders aangegeven.

  1. "Big Foot" [lange versie] (ook bekend als "Drifting on a Reed") – 6:24
  2. "Shaw 'Nuff" (Charlie Parker, Dizzy Gillespie) – 4:10
  3. "Buzzy" – 4:02
  4. "Yardbird Suite" – 4:04
  5. "Relaxin' at Camarillo" – 4:27
  6. "Confirmation" – 5:50
  7. "Billie's Bounce" – 4:02
  8. "Ko Ko" – 5:40
  9. "Dewey Square" – 4:14
  10. "Moose the Mooche" – 3:37
  11. "Ornithology" (Benny Harris, Charlie Parker) – 5:06
  12. "Scrapple from the Apple" – 3:51
  13. "Salt Peanuts" (Dizzy Gillespie, Kenny Clarke) – 2:41
  14. "Big Foot" [short version] (aka "Drifting on a Reed") – 3:30

Bezetting[bewerken | brontekst bewerken]

Uitvoering[bewerken | brontekst bewerken]

14 Oktober 1957 (tracks 2-4, 6, 8, 11, 14). 2 december 1957 (tracks 7, 12) en 30 januari 1958 (tracks 1, 5, 9-10, 13, 15), in New York.

Productie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Rudy Traylor – producer
  • Michael Cuscuna – producer van de release in 1996
  • Malcolm Addey – mastering
  • Ira Gitler – hoestekst
  • Francis Wolff – hoesfoto