Waterroofkevers

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Dytiscidae)
Waterroofkevers
Geelgerande watertor
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Coleoptera (Kevers)
Onderorde:Adephaga
Familie
Dytiscidae
Leach, 1815[1]
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Waterroofkevers op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De waterroofkevers (Dytiscidae) zijn een familie van insecten uit de orde der kevers (Coleoptera). De soorten worden gekenmerkt door de aan het leven onder water aangepaste en roofzuchtige levenswijze.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Het ovale, platte lichaam is meestal zwart of donkerbruin met een lengte die varieert van 0,2 tot 5 cm. Ze hebben een gestroomlijnde vorm: kop, borststuk (thorax) en achterlijf (abdomen) gaan vloeiend in elkaar over. De kop bevat lange voelsprieten (antennae) en sterke, scherpe kaken waarmee de prooi wordt gedood en opgegeten. Dankzij hun platte vorm kunnen ze gemakkelijk tussen waterplanten en onder stenen wegglippen. De voorste en middelste poten worden gebruikt om de prooi te grijpen en zich te verankeren in de bodem en de verbrede en afgeplatte achterpoten dienen om te zwemmen. Ze zijn meestal voorzien van een enkele of dubbele, in en uit scharnierende haarzoom.

De kevers kunnen buiten het water door deze aanpassingen meestal niet of slecht lopen, hoewel sommige soorten wel goed kunnen springen. Veel soorten hebben (achter)vleugels waarmee ze kunnen vliegen, hoewel niet alle soorten met vleugels dit kunnen.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

Deze actieve rovers voeden zich met allerlei waterdiertjes, van watervlooien en muggenlarven tot jonge salamanders en kleine vissen. De larven hangen gekromd aan de waterspiegel te loeren op alles wat voorbijzwemt. Stekeltjes en jonge vis, bullekopjes en insectenlarven worden gegrepen met de kromme, doorborende kaken en uitgezogen.

Waterroofkevers ademen onder water met een soort aqualong. Daarvoor steken ze hun achterlijf net boven water en pompen lucht onder de dekschilden.

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Deze familie komt wereldwijd voor in vrijwel alle denkbare zoetwaterhabitats, van zure vennen tot kalkmoerassen en van snelstromende beken tot voedselrijke stilstaande wateren.

Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]

De familie is als volgt onderverdeeld:[2]

In Nederland waargenomen soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]