François-Joseph Fournier

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zijn graf op Porquerolles

François-Joseph Fournier (Clabecq, 6 december 1857 - Porquerolles, 11 januari 1935) was een Belgisch-Frans avonturier en ondernemer.

Hij werd geboren aan boord van de rivierboot van zijn ouders. Zijn vader stierf toen François-Joseph 16 was en hij vertrok daarna naar Parijs met de wens om ingenieur te worden. Hij werkte er overdag in werkplaatsen en deed 's avonds aan zelfstudie en volgde als vrije student lessen aan een nijverheidsschool. Daar leerde hij Louis Bourdon kennen dank zij wiens tussenkomst hij werd aangenomen bij de Canadian Pacific Railway. Daarna werkte hij nog aan het Panamakanaal en als goudzoeker. In 1901 vond hij in Mexico een goudader en hij bouwde er een technologisch goed uitgeruste mijn voor goud en zilver uit, die tot 5.000 mensen te werk stelde. Met zijn opbrengsten kocht hij landbouwplantages in Chiapas (ananas, citrusvruchten, suikerriet) en bouwde hij een netwerk van spoorwegen en scheepsverbindingen uit om zijn producten te verschepen naar de Verenigde Staten.

Na de Mexicaanse Revolutie moest hij het land ontvluchten en keerde hij terug naar Parijs. In Frankrijk kocht hij verschillende eigendommen en in 1912 het Zuid-Franse eiland Porquerolles, dat hij als huwelijkscadeau gaf aan zijn derde vrouw, Sylvia Johnston-Lavis. Hij liet het eiland, dat getroffen was door branden, herbebossen en liet er wegen en wijngaarden aanleggen. Voor zijn arbeiders op het eiland en hun gezinnen liet hij een school bouwen en richtte hij een coöperatieve op. Hij stierf in 1935 op het eiland en werd er ook begraven. Het eiland bleef tot 1971 eigendom van zijn erfgenamen, waarna het verkocht werd aan de Franse staat.