Gebruiker:ACdeRidder-Zwijndrecht/kladblok3

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Noord-zuid wegverbindingen in West-Nederland via Dordrecht vóór en na de St. Elisabethvloeden[bewerken | brontekst bewerken]

Al in de 14de eeuw waren Dordrecht en Geertruidenberg belangrijke plaatsen voor de verbinding van de Hollandse steden met het zuiden. In Geertruidenberg kwamen wegen vanuit verschillende windrichtingen bijeen. De route vanuit west Nederland naar Dordrecht verliep via Rotterdam en Kralingseveer (waar men de Maas overstak) dan naar het Zwijndrechtse veer.

Vanuit Dordrecht was het verkeer aangewezen op wegen in de Groote- of Zuidhollandse Waard die zich uitstrekte over een gebied ten zuiden van Dordrecht vanaf Maasdam en Strijen (de Tiesselingwaard), de Dordtse Waard, het Veenrien tot en met het land van Heusden en het land van Altena. Dit lemma gaat in op de wegverbindigen in de Groote Waard.

Vóór de Elisabethvloeden[bewerken | brontekst bewerken]

Steden en dorpen in de Groote Waard waren met wegen verbonden, veelal gelegen op dijken langs de rivieren. De locatie van stadspoorten geven ook een aanwijzing over de loop van vroeg middeleeuwse wegen.

In Dordrecht waren drie belangrijke stadspoorten die toegang gaven tot het wegenstelsel rondom de stad. De poort bij de Riedijk gaf toegang tot de dijk langs de Merwede in oostelijke richting. De Vuilpoort bij de Voorstraat gaf toegang tot de dam in de Dubbel en aansluitend tot de dijk van de Tiesselinswaard. De Mennebrugspoort, later genoemd Vriesepoort, gaf toegang tot de kades van de riviertjes de Dubbel en de Graaf.

De Dubbel was een zijtak van de Maeze. (Om verwarring te voorkomen wordt in navolging van de kaart door W. Janssen, de (voormalige) rivier die stroomt van Heusden naar Maasdam in dit lemma benoemd als Maeze). De Dubbel splitste zich van de Maeze af ter hoogte van het verloren gegane Dubbelmonde, het riviertje stoomde ten zuiden van het huidige treinviaduct in Dordrecht in de Merwede (nu Oude Maas geheten).

Kaart van de Groote Waard, gebaseerd op oorspronkelijke kaart van Nicolaes Diert uit 1565, aangepast aan recente onderzoeksresultaten en inzichten. Getekend door W. Janssen, 2021.

Eén van de reismogelijkheden van Dordrecht naar het zuiden verliep via de Vuilpoort en de dam in de Dubbel langs de dijk naar Puttershoek, dan over de dam bij Maasdam en via de Keizersdijk naar Strijen.

Eén van de reismogelijkheden van Dordrecht naar het zuiden verliep via de Vuilpoort en de dam in de Dubbel langs de dijk naar Puttershoek, dan over de dam bij Maasdam en via de Keizersdijk naar Strijen.

Langs de route, kort voor Maasdam, trof men het Weede, waarin gelegen aan de zuidzijde van de Maeze een kasteel. Dit kasteel met een grondvlak van 50 x 75 meter en muren van een dikte van 1,5 meter is geheel verloren; wat resteert is een plaquette langs de N217.

De route naar Geertruidenberg volgde verder de heerweg door de Waard. Hier passeerde men verdwenen plaatsen als Wieldrecht, Twintighoven, Dubbelmonde, Almonde en Drimmelen. Dat hier een begaanbare weg heeft gelopen blijkt uit een verklaring uit 1536 waarin verklaard wordt dat men voor het overstromen van de Groote waard in 1421 van Strijen naar Geertruidenberg kon lopen.

Een andere route naar Geertruidenberg liep langs de Dubbel en leidde via Almvoet en een veer over de Maeze naar Almonde waar deze route aansloot op de hiervoor genoemde oost-west lopende heerweg naar Geertruidenberg.

Verkeer door de Groote waard rond het jaar 1400, Henne van Heeren, maart 2019

In de Groote Waard was er al voor de Elisabethvloed sprake van een georganiseerd wegennet, bijgaande kaart toont een schematisch overzicht van de belangrijkste verkeersroutes door de Groote Waard.

Bruggen[bewerken | brontekst bewerken]

Over de Merwede en de Maeze lagen voor zover bekend geen bruggen. Over de kleinere wateren in de Groote waard waren wel bruggen gelegd. Zo was er een brug over de Alm bij Almkerk. Waarschijnlijk lag er in 1317 een tweede brug over de alm bij Almkerk die het ambacht de Eem met de Heeraartswaarde verbond. Ten zuiden daarvan lag over de Voorne nog een brug. Ook zou er een brug over de Dubbel zijn geweest.


Veerverbindingen[bewerken | brontekst bewerken]

Bij veel verbindingen in de Groote Waard moest men gebruik maken van veerverbindingen. Belangrijke veren waren die van Almvoet over de Maeze en die van Zwijndrecht naar Dordrecht.

Tollen[bewerken | brontekst bewerken]

Tolplaatsen geven ook een indicatie over de vroegere weg en waterwegen infrastructuur. In vier steden lagen tollen: Dordrecht, Woudrichem, Heusden en Geertruidenberg. Daarnaast lag op de weg van Heusden westwaarts bij Doeveren een tol, net als de zuidelijke weg bij Oudheusden.

Op de route van Dordrecht naar Geertruidenberg kwam men langs drie wachttollen: in Maasdam, in Cillaarshoek en in Zwaluwe. Op de Leechstraat, bij het ten zuiden van Geertruidenberg gelegen Steelhoven, stond de Draijboom, het tolhek tussen Holland en Brabant. Belangrijke riviertollen waren die van Niemandsvriend voor de Merwede en Almsvoet voor het verkeer over de rivieren Maeze, Donge, Alm en de Dubbel.

Na de vloeden[bewerken | brontekst bewerken]

De ondergang van de Groote Waard werd in gang gezet doordat een zware storm omstreeks 19 november 1421 de dijk bij Broek doorbrak. Na nog enkele grote stormen, die plaatsvonden tot en met 1427, was de kaart dramatisch veranderd. De wegen in de waard waren niet meer begaanbaar, de Groote Waard was een speelbal van eb en vloed.

“Kaart van den verdronken Zuid-Hollandse Waard, behorende bij het verbaal van commissarissen tot de designatie van de limieten der visserijen van de grafelijkheid van Holland en de Prins van Oranje”. Collectie Nationaal Archief, Collectie Hingham, nr 1895a, afm. 1.22 x 0.90 m. Dit is een zeer bekende kaart gemaakt door Pieter Sluyter in het jaar 1560. De kaart suggereert dat het westelijke deel van de Groote of Zuid-Hollandse Waard na de Sint-Elisabeth vloeden geheel overstroomd was geraakt. Dit klopt niet helemaal. De waard was veranderd in een waddengebied, de kaart van Sluyter was gemaakt om de economisch belangrijke visrechten te tonen.


Dordrecht (linksboven op de kaart) is geheel omsloten door water. Uiterst links op de kaart zien we Maasdam, met daarbij de dam over de Maeze. Op de kaart is met een lichte baan, van links naar rechts, de gereconstrueerde loop van de Maeze aangegeven met dwars daarop de belangrijkste visserijen.

Na de Elisabethvloed waren de wegen door de Waard verdwenen. De herinpoldering werd al snel ter hand genomen, in eerste instantie in het westen bij Strijen. Men zocht nieuwe wegen en een nieuwe weg werd gevonden in een route over Kuipersveer, nog steeds een gehucht bij Puttershoek in de Hoeksche Waard. Rond 1650 liep de postweg van Rotterdam naar Heerjansdam. Daar werd de post overgezet met het veer naar Kuipersveer en ging de route verder over Cillaarshoek en Strijensas waar een veerverbinding was naar Moerdijk. Vandaar liep de route naar Zevenbergen en Antwerpen. Het veer heeft bekendheid gekregen door een ongeval in het jaar 1711 waarbij Prins Johan Willem Friso verdronk bij plotseling optredend slechte weersomstandigheden.

Verdrinking van prins Johan Willem Friso bij Moerdijk in 1711. De afbeelding toont het veer tussen Strijensas en Moerdijk. Rijksmuseumhttp://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.470393




Verder lezen[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdschrift van de Historische Vereniging oud-Dordrecht, uitgave: 2019-1, Henne van Heeren, Verkeer door de Groote waard in de 14e eeuw, deel 2: de verkeersaders.

Kaart van de Groote Waard, uitgave 2021. Tevens is gebruik gemaakt van bij de kaart behorende notities. Auteur Willem Jansen.