Gebruiker:Kruidnagel/Pro-feminisme

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

    Deel van een serie over

Feminisme

Geschiedenis

Pro-feminisme is het feminisme steunen als ideaal, zonder per se bij de feministische beweging te horen. De term wordt meestal gebruikt voor mannen ("mannelijke feministen") die achter het feminisme staan, en die alle feministische inspanningen actief ondersteunen om gelijkheid van vrouwen en mannen te bereiken op politiek, economisch, cultureel, persoonlijk en maatschappelijk vlak. [1] Een aantal pro-feministische mannen houdt zich bezig met politiek activisme, meestal op het gebied van gendergelijkheid, vrouwenrechten en het stoppen van geweld tegen vrouwen.

In de jaren zestig van de twintigste eeuw bleek ook onder mannen steun te zijn voor feministische theorie: zij vormden bewustwordingsgroepen, onderverdeeld in soorten feminisme en politieke stromingen. Niet iedereen stond er echter achter dat mannen ook een stem kregen als "feminist". Een aantal vrouwen en mannen vond dat het woord "feminisme" was voorbehouden aan vrouwen, omdat zij onder de ongelijkheid en verdrukking lijden waar het feminisme tegen ageert. Verschillende groepen bedachten en verdedigden daarop andere termen, zoals antiseksisme en pro-feminisme.[2]

Pro-feministische mannengroepen zijn onder meer betrokken bij werk op scholen onder jongens en jonge mannen over geweldloosheid, workshops over seksuele intimidatie op de werkvloer, campagnes over maatschappelijke verandering, en de begeleiding van mannelijke geweldplegers.

Pro-feministische mannen houden zich ook bezig met de mannelijke gezondheid, mannenstudies, de ontwikkeling van gendergelijke curricula op scholen, en een scala aan andere aspecten. Pro-feministische mannen die anti-pornografische feministen steunen, voeren actie tegen pornografie en voor wetgeving tegen pornografie. Soms bieden ze daarbij samen met feministen en specialisten hulp aan vrouwen, bijvoorbeeld vanwege huiselijk geweld en verkrachting.

De term "pro-feminist" wordt soms gebruikt door mensen die achter het feminisme staan of feministische belangen bepleiten, maar zichzelf niet per se feministisch vinden. De term wordt ook gebruik door mensen die zich niet vereenzelvigen met de feministische beweging, of die niet willen dat anderen hen daarmee vereenzelvigen. Sommige activisten vinden mannen überhaupt geen feministen en noemen alle pro-feministische mannen "pro-feministen", zelfs al noemt de man in kwestie zichzelf een feminist. Anderen bekritiseren juist "pro-feministische" mannen die weigeren zich te beschouwen als feminist. De meeste grote feministische groeperingen, in de VS vooral de National Organizaton for Women en de Feminist Majority Foundation, noemen mannen vaker "feministen" dan "pro-feministen".

Pro-feministische mannen[bewerken | brontekst bewerken]

In de Verenigde Staten reageerden mannen verschillend op de Eerste feministische golf en op de maatschappelijke veranderingen eind negentiende en begin twintigste eeuw. Kijk voor een voorbeeld naar Thomas Wentworth Higginson, en vooral zijn essay "Ought Women to learn the Alphabet?" [Horen vrouwen het alfabet te leren?], dat verscheen in de Atlantic Monthly (februari 1859).

Pro-feministische mannen omarmden feministische ideeën en bepleitten actief gelijke rechten voor vrouwen. Waar antifeministen "een nostalgische hunkering verwoordden naar het dorp van voor de verstedelijking en industrialisatie, werd de pro-feministische positie verwoord vanuit een geloof in het bevrijdende potentieel van de moderniteit."[3] In wezen geloofden pro-feministen, door hun geloof in wetenschap en vooruitgang, dat "de kiesrechtkwestie liet zien hoe het feminisme de maatschappelijke ordening aan de kaak stelde die zowel vrouwen als mannen aan repressieve maatschappelijke omstandigheden onderwierp" en dat die verandering op de lange termijn immens veel beter zou zijn voor Amerikanen van beide genders.

Pro-feministische mannen worden soms beschouwd als stroming binnen de moderne mannenbeweging die welwillend tegenover het feminisme staat. Pro-feministische mannen willen mannelijke stemmen toevoegen aan het feminisme en bepleiten verandering door zowel vrouwen als mannen binnen de verhoudingen tussen hun genders en maatschappelijke, politieke en institutionele structuren. Sommige feministen stellen dat het nodig is om mannen op te nemen in de feministische beweging om de beweging universeel te maken, en in de toekomst relevant te laten blijven.[4] Sinds de tweede helft helft van de twintigste eeuw zijn er wereldwijd meer pro-feministen betrokken bij het pleidooi voor verschillende goede doelen die typerend zijn voor het feminisme, zoals activisme tegen verkrachting en tegen geweld, en het plaatsen van vraagtekens bij de seksualisering van vrouwen in de media. Veel van deze activiteiten zijn geboekstaafd in allerlei publicaties en boeken, waaronder, sinds 1983, Voice Male magazine, onder redactie van Rob Okun, zelf sinds lang pro-feminist.[5]

Marge Piercy (1969) stelde dat liberale mannelijke politici soms feministische standpunten zullen innemen om stemmen te trekken, ondanks hun dubieuze achtergrond en gedrag.[6]

Pro-feministische mannen zijn vaak maatschappelijke activisten, zoals August Bebel.[7]

Pleidooi tegen geweld tegen vrouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Een onderdeel van het feministisch maatschappelijk werk waaraan pro-feministische mannen hebben deelgenomen is de preventie van geweld tegen vrouwen, en de steun aan overlevenden. Activisten tegen geweld werken in opvanghuizen voor mishandelde vrouwen, waar ze overlevenden raad geven, daders rehabiliteren en bewustwording van het probleem vergroten. Veel mannelijke activisten[8] steunen zulke campagnes tegen geweld op twee belangrijke fronten: ten eerste dat geweld tegen vrouwen iedereen aangaat, ongeacht gender; en ten tweede dat er meer aandacht moet komen voor de maatschappelijke omstandigheden waaruit daders voortkomen. Ook hebben activisten[9] de culturele factoren geanalyseerd die bijdragen aan geweld tegen vrouwen.

Het witte lintje werd gelanceerd als antwoord op het bloedbad aan de École Polytechnique in Montreal, Canada. De beweging wil het bewustzijn vergroten over het probleem van geweld tegen vrouwen door mannen te onderwijzen over het probleem.[10]

Pleidooi tegen verkrachting[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel het nog altijd zeldzaam is dat mannen meedoen aan activisme tegen verkrachting, zijn sommige mannen waardevolle medestanders gebleken vanuit hun positie in tehuizen, steungroepen en medische teams.[11] Soms klagen mannelijke activisten dat hun werk wordt beantwoord met wantrouwen en boosheid. In veel literatuur[12] over mannelijke activisten tegen verkrachting ervaren mannen epifianieën over de emotionele en psychologische gevolgen van verkrachting voor slachtoffers. De gangbare wetenschappelijke houding is dat verkrachting en geweld tegen vrouwen alleen zullen ophouden als mannen zich bewust worden van deze gevolgen.

Mannen doen dus niet zonder sinecures mee aan activisme tegen verkrachting, ook niet als professioneel zorgverlener. Daarnaast betalen mannen die zich uitspreken tegen verkrachting een sociale prijs, namelijk, dat ze 'niet mannelijk' zouden zijn. Als mannen afwijken van de hegemonische masculiniteit, die op dit moment inhoudt dat de man hard moet zijn, dominant, zelfverzekerd, heteroseksueel, niet al te emotioneel, en geen houding moet aannemen of gedrag moet vertonen dat traditioneel vrouwelijk is binnen Europese en Amerikaanse landen[13][14], riskeren ze door de andere mannen te worden buitengesloten. Mannelijke activisten stellen dat betrokkenheid bij vrouwen en openheid voor kwetsbare emotionele onderwerpen, zoals verkrachting, bij de definitie van mannelijkheid moeten gaan horen, omdat mannen anders moeilijker in actie blijven komen tegen verkrachting.

Pleidooi tegen pornografie[bewerken | brontekst bewerken]

Sommige pro-feministische wetenschappers geloven dat seksueel geweld, misogynie en de schijnbaar onoplosbare ongelijkheid tussen de seksen is toegenomen door de beeldvorming over seksualiteit in pornografie. Ze stellen dat kijkers van pornografie mogelijk zelf gewelddadiger zijn geworden door de normalisering van door mannen gedomineerde, gewelddadige en vernederende seksuele handelingen.[15] Ook pro-feministen kunnen stellen dat deze pornografietrends zichtbaar zijn in de toename van seksueel geweld en bijdragen aan de normalisering van een verkrachtingscultuur. Net zoals dat geldt voor andere gebieden binnen het feminisme kunnen pro-feministen ook geloven dat pornografie vrouwen en tienermeisjes reduceert tot lustobjecten.

Belangrijkste standpunten[bewerken | brontekst bewerken]

Omdat er geen gecentraliseerde "beweging" bestaat, verschillen de motivatie en doelen van pro-feministen. Een pro-feministische website stelt dat dit bijvoorbeeld motieven kunnen zijn:

  • Sympathie voor het feminisme, draaiend om de aanvaarding dat mannen en vrouwen gelijk zijn en dus ook gelijk moeten worden behandeld, namelijk: dat vrouwen evenveel toegang als mannen moeten hebben tot banen en onderdelen van het openbare leven.
  • Een gepassioneerde en grondige toewijding die alle aspecten van zijn leven heeft veranderd.
  • "...radicale vraagtekens bij de traditionele Westerse manieren van denken, en bij de bevoorrechting van masculiene manieren van zijn en weten die daaruit voortvloeit."[16]



  1. Oxford English Dictionary. Oxford University Press. Gearchiveerd op June 15, 2013. Geraadpleegd op 18 July 2015.
  2. Clatterbaugh, Kenneth (Spring 2000). Literature of the U.S. Men's Movement. Signs 25 (3): 883–894. DOI: 10.1086/495485.
  3. Kimmel, Michael (1987). Men's responses to feminism at the turn of the century. Gender & Society 1 (3): 261–283. DOI: 10.1177/089124387001003003.
  4. Owens, Lisa Lucile, Coerced Parenthood as Family Policy: Feminism, the Moral Agency of Women, and Men's 'Right to Choose' (May 20, 2014). Alabama Civil Rights & Civil Liberties Law Review, Vol. 5, p. 1, 2013. Available at SSRN: http://ssrn.com/abstract=2439294
  5. Home page. Voice Male magazine. Geraadpleegd op 14 april 2019.
  6. The Grand Coolie Damn, retrieved on May 31st 2007.
  7. The Recovery of August Bebel, geraadpleegd op 31 mei 2007.
  8. Katz, Jackson. The Macho Paradox: Why Some Men Hurt Women and How All Men Can Help. 2006.
  9. Kaufman, Michael. "The White Ribbon Campaign: Involving Men and Boys in Ending Global Violence Against Women", in A Man's World?: Changing Men's Practices in a Globalized World, Bob Pease and Keith Pringle eds. London: Zed Books, 2001.
  10. (en) White Ribbon. White Ribbon. Geraadpleegd op 9 augustus 2023.
  11. Orton, Richard. "Outside In: A Man in the Movement." Transforming a Rape Culture. Milkweed Editions: 2005. 233-248.
  12. Funk, Rus Ervin. "Men Who Are Raped: A Profeminist Perspective." Male on Male Rape: The Hidden Toll of Stigma and Shame. Cambridge, Massachusetts, Perseus Publishing: 1997. 221-231.
  13. (en) The men America left behind. American Psychological Association. Geraadpleegd op 23 november 2017.
  14. Kupers, Terry A. (June 2005). Toxic masculinity as a barrier to mental health treatment in prison. Journal of Clinical Psychology 61 (6): 713–724. PMID 15732090. DOI: 10.1002/jclp.20105.
  15. Jensen, Robert. Getting Off: Pornography and the End of Masculinity. South End Press, 2007.
  16. Flood, Michael, Frequently asked questions about pro-feminist men and pro-feminist men's politics. XYOnline. XYOnline (30 januari 2002). Geraadpleegd op 1 mei 2009.
  • Brittan, Arthur, 1989, Masculinity and power, Oxford: Basil Blackwell
  • Berkowitz, Alan D. (ed.). Men and rape: theory, research, and prevention programs in higher education, issue 65 of New directions for student services, Jossey-Bass, 1994, ISBN 978-0-7879-9971-1.
  • Clatterbaugh, Kenneth, 1990, Contemporary perspectives on masculinity: men, women, and politics in modern society, Colorado & Oxford: Westview Press
  • Connell, R.W., 1987, Gender and power: society, the person and sexual politics, Sydney: Allen & Unwin
  • Connell, R.W., 1995, Masculinities, Sydney: Allen & Unwin
  • Cooper, Mick, and Baker, Peter, 1996, The MANual: the complete man's guide to life, London: Thorsons
  • Digby, Tom (ed.), 1998, Men Doing Feminism, New York: Routledge
  • Edley, Nigel, and Wetherell, Margaret, 1995, Men in perspective: practice, power and identity, London: Prentice-Hall
  • Edwards, Tim, 1993, Erotics and politics: gay male sexuality, masculinity, and feminism, New York: Routledge
  • Haddad, Tony (ed.), 1993, Men and masculinities: a critical anthology, Toronto: Canadian Scholars' Press
  • Kaufman, Michael (ed), 1987, Beyond patriarchy: essays by men on pleasure, power and change, New York: Oxford University Press
  • Kaufman, Michael, 1993, Cracking the armour: power, pain and tstview Press
  • Kimmel, Michael, and Messner, Michael (eds), 1992, Men's lives, New York/Toronto: Macmillan/Maxwell (2nd edition)
  • Mac an Ghaill, Mairtin (ed), 1996, Understanding masculinities: Social relations and cultural arenas, Buckingham & Philadelphia: Open University Press
  • May, Larry, and Robert Strikwerda (eds), 1992, Rethinking masculinity: philosophical explorations in light of feminism, Maryland: Rowman & Littlefield
  • McLean, Chris, Carey, Maggie, and White, Cheryl (eds), 1996, Men's ways of being, Boulder, Colorado: Westview Press
  • Segal, Lynne, 1990, Slow motion: changing masculinities, changing men, London: Virago
  • Segal, Lynne, 1990, Slow motion: changing masculinities, changing men, London: Virago pro-feminist men respond to the mythopoetic men's movement (and the mythopoetic leaders answer), Philadelphia: Temple University Press
  • Smith, Jeremy Adam. 2009. The Daddy Shift: How Stay-at-Home Dads, Breadwinning Moms, and Shared Parenting are Transforming the American Family. Boston: Beacon Press.
  • Snodgrass, Jon (ed), 1977, A book of readings: for men against sexism, Albion CA: Times Change Press
  • Stoltenberg, John, 1990, Refusing to be a man: essays on sex and justice, CA & Suffolk: Fontana/Collins
  • Stoltenberg, John 1998 The end of manhood: a book for men of conscience, New York: Dutton
  • Tarrant, Shira. 2009. Men and Feminism. Berkeley: Seal Press.
  • Tarrant, Shira (ed). 2008. Men Speak Out: Views on Gender, Sex and Power. New York: Routledge.