A1 - de structuur en indeling van het artikel wijken niet teveel af van wat encyclopedisch gebruikelijk is (zie verantwoording structuur)
A2 - waar de structuur wel afwijkt van wat encyclopedisch gebruikelijk is, kan aannemelijk gemaakt worden dat dit bij het betreffende onderwerp het artikel ten goede komt.
C1 - de schrijfstijl is overal helder, vlot Nederlands.
C2 - de woordkeus is zo dat een leerling aan een middelbare school met enige moeite kan begrijpen wat er staat. Moeilijke terminologie wordt zoveel mogelijk ter plekke uitgelegd of door interne links inzichtelijk gemaakt.
C3 - de tekst is geschreven vanuit een neutraal standpunt.
D1 - er zijn geen feiten in het artikel aan te wijzen die niet terug te vinden zijn in een redelijk betrouwbare en liefst objectieve bron.
D2 - bij feiten die door gebruikers van Wikipedia betwist zijn wordt een redelijk betrouwbare bron vermeld d.m.v. een voetnoot.
D3 - de balans in het artikel komt zo goed mogelijk overeen met wat in recente, betrouwbare en objectieve overzichtsbronnen gebruikelijk is. Enige uitzondering hierop is waar de balans in deze overzichtbronnen afwijkt van het formaat van een encyclopedisch artikel (bv. inleiding, hoofdstukken over zeer gespecialiseerde onderwerpen).
D4 - de inhoud van het artikel berust in grote lijnen op minstens twee betrouwbare, recente, objectieve en representatieve overzichtsbronnen met een algemeen-geografische optiek.
D5 - als de algemeen-geografische overzichtsbronnen onvoldoende uitsluitsel geven kan bij de deelonderwerpen de tekst als alternatief berusten op een betrouwbare, recente en objectieve overzichtsbron met de optiek van het deelonderwerp.
2.1 - het artikel geeft een overzicht van buurlanden en aangrenzende zeeën en oceanen.
2.2 - het geeft een overzicht van de belangrijkste topografische entiteiten (belangrijkste bevolkingscentra, rivieren, meren, zeearmen, streken, gebergten en natuurgebieden)
2.3 - deze beschrijvingen kunnen ingedeeld worden onder subkopjes, bv. "het westen", "het dichtbevolkte laagland", "het geïndustrialiseerde zuiden", enz.
3.1.2 - indien van toepassing wordt actief vulkanisme en de geologische oorzaak daarvan vermeld.
3.1.3 - indien van toepassing worden grote breukzones en hun geologische oorzaak vermeld met het risico op aardbevingen. Indien relevant kunnen enkele recente sterke aardbevingen genoemd worden.
3.1.4 - indien van toepassing worden economische voorkomens van fossiele brandstoffen en ertsen kort beschreven.
5.3.1 - de belangrijkste religies en hun grootte worden genoemd (indien mogelijke zowel officiele leden als personen die aangaven een bepaalde overtuiging te hebben).
5.3.2 - indien mogelijk wordt de groei of krimp van het aantal aanhangers van religies en de oorzaken daarvan besproken.
5.3.3 - de ontwikkeling van het percentage zonder overtuiging of religie wordt besproken.
5.3.4 - indien relevant worden kleinere religies en/of nieuwe religies en sekten genoemd.
5.3.5 - indien relevant kunnen de belangrijkste heiligdommen en/of pelgrimsoorden genoemd worden.
6.1.1 - de structuur van de regionale en locale staatkundige indeling/inrichting (autonome gebieden/deelstaten/regio's/provincies/gemeenten) wordt kort beschreven.
6.1.2 - van de op één na hoogste indeling (bv. deelstaten voor Duitsland, provincies voor België en Nederland) kan, indien deze belangrijk genoeg worden geacht, de verdeling van het land specifieker worden beschreven. Dit is bij voorkeur geen lijst maar een stuk lopende tekst, liefst vergezeld van een kaartje.
6.1.3 - bij elke overheid wordt aangegeven waarover deze macht heeft. Dit kan worden verduidelijkt met voorbeelden.
6.1.3a - bij autonome gebieden wordt aangegeven waaruit de autonomie bestaat.
6.1.4 - de hoeveelheid macht bij regionale overheden kan worden gerelativeerd t.o.v. bv. buurlanden.
6.1.5 - indien van toepassing worden recente ontwikkelingen in de mate van centralisatie beschreven. Eventuele afscheidingsbewegingen kunnen hierbij genoemd worden - in dat geval dient te worden aangegeven hoeveel macht en steun onder de locale bevolking zulke bewegingen hebben.
6.2.1 - er wordt aangegeven waar de werkelijke wetgevende macht in het land ligt. Bij dictaturen en autoritaire regimes kan dit vergeleken worden met de officiële waarheid zoals de machthebbers die naar buiten brengen (propaganda).
6.2.2 - indien van toepassing wordt het parlement (lagerhuis) beschreven; hoeveel zetels het heeft; hoe en door wie deze gekozen of benoemd worden; en met welke regelmaat.
6.2.3 - indien van toepassing wordt de senaat (hogerhuis) beschreven; hoeveel zetels het heeft; hoe en door wie deze gekozen of benoemd worden; en met welke regelmaat.
6.2.4 - eventuele recente veranderingen in de manier waarop de wetgevende macht tot stand komt komen aan bod.
6.3.1 - er wordt aangegeven waar de werkelijke uitvoerende macht in het land ligt. Bij dictaturen en autoritaire regimes kan dit vergeleken worden met de officiële waarheid zoals de machthebbers die naar buiten brengen (propaganda).
6.3.2 - het artikel geeft een kort overzicht van de macht en taken van het staatshoofd.
6.3.3 - het artikel maakt duidelijk hoe, hoe vaak en door wie het staatshoofd gekozen of benoemd wordt.
6.3.4 - het artikel noemt het huidige staatshoofd en sinds wanneer en tot wanneer deze persoon in functie is.
6.3.5 - het artikel maakt duidelijk hoe de regering (kabinet) benoemd of gekozen wordt.
6.3.6 - er wordt beschreven hoeveel posten er in de regering zijn en over welke terreinen deze verdeeld zijn.
6.3.7 - indien dit niet het staatshoofd is, wordt aangegeven welke macht de regeringsleider (minister-president, premier) heeft.
6.3.8 - indien van toepassing noemt het artikel de huidige regeringsleider.
6.4.1 - er wordt kort ingegaan op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
6.4.2 - het wetsstelsel wordt kort beschreven en kan eventueel worden vergeleken met naburige en/of vergelijkbare landen. Daarbij kan eventueel kort worden ingegaan op welke rechtssystemen (bv. common law, sharia) de wetgeving gebaseerd is.
6.4.3 - indien van toepassing wordt de toepassing van de doodstraf en/of lijfstraffen genoemd.
6.4.4 - de in het land bestaande vormen van rechtspraak worden kort beschreven.
6.4.5 - de lagen in de rechterlijke macht en bevoegdheden van deze lagen komen kort aan bod.
6.4.6 - de mogelijkheden tot hoger beroep/cassatie komen kort aan bod.
6.5.1 - de belangrijkste politieke partijen en de politieke stroming waartoe ze behoren worden genoemd. Eventueel kunnen opvallende standpunten genoemd worden.
6.5.2 - de belangrijkste politieke controverses en problemen worden genoemd:
6.5.2a sociale problematiek (bv. inkomensverdeling, huizenmarkt, belastingen, armoede, gettovorming in grote steden)
6.5.2b strafbeleid en criminaliteit (bv. strafmaat, gedoogbeleid)
6.5.2d immigratiedebat (bv. immigratiepolitiek, toegankelijkheid v/d arbeidsmarkt, integratieproblematiek; grijpt terug op 5.1.2)
6.5.2e positie en problematiek rond religieuze en/of etnische minderheden
6.5.2f economisch beleid
6.5.2g milieuproblematiek
6.5.2h mensenrechtenproblematiek
6.5.2i emancipatie van vrouwen
6.5.3 - van de onder 6.5.2 genoemde punten waarover politieke en/of maatschappelijke controverses bestaan, wordt kort aangegeven wie de partijen in die controverses zijn (politieke partijen, NGO's).
