Overleg:Harry Kuitert

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

VU misleidde achterban om Kuitert te kunnen benoemen[brontekst bewerken]

Artikel uit het Nederlands Dagblad van 19 oktober 2005, interessant om te verwerken in het Kuitert-artikel denk ik.

VU misleidde achterban om Kuitert te kunnen benoemen

AMSTERDAM - De benoeming van dr. H.M. Kuitert tot hoogleraar ethiek aan de Vrije Universiteit in 1967, stuitte op felle weerstand in de senaat van de VU. Met een strategie van geruststellende verslaggeving probeerden de verantwoordelijken de bezwaren in de achterban weg te nemen.

Duizenden christelijke boeken online te koop

Dat blijkt uit het nieuwste boek van prof.dr. A.Th. van Deursen, Een hoeksteen in het verzuild bestel, over de geschiedenis van de VU in Amsterdam. Het boek wordt vandaag, op de 125e verjaardag van de VU, gepresenteerd.

Kuitert, die in 1950 predikant in de Gereformeerde Kerken (synodaal) werd, was sinds 1965 wetenschappelijk ambtenaar aan de Vrije Universiteit, waar hij in 1962 cum laude was gepromoveerd bij G.C. Berkouwer, hoogleraar dogmatiek. Kuitert viel op door zijn vrijmoedige en oorspronkelijke manier van spreken, vaak op of over de rand van de gereformeerde traditie. Zo zei hij dat de eerste drie hoofdstukken van Genesis geen historische gebeurtenissen beschreven. Hiermee bracht hij zorg en onrust teweeg in de achterban van de VU, die langs klassiek gereformeerde lijnen dacht. Natuurwetenschappers aan de VU vonden Kuitert een verademing, omdat ze steun van hem verwachtten voor hun evolutionistische opvattingen.

In januari 1967 stelde de theologische faculteit aan de curatoren ('toezichthouders') voor, Kuitert te benoemen tot hoogleraar ethiek. De curatoren aarzelden, omdat ze bang waren voor boze reacties in de achterban op de benoeming van Kuitert, "gezien de controversiële figuur die deze is. De curatoren wilden onrust in de Gereformeerde Kerken voorkomen, omdat veel gereformeerde dominees aan de VU werden opgeleid, en dus ook college zouden krijgen van Kuitert. Curatoren wilden daarom weten, hoe Kuitert door de gereformeerde synode beoordeeld werd, wat de collega's van hem vonden en welk vertrouwen hij genoot. De theoloog onder de curatoren, ds. P.N. Kruyswijk, hield rekening met weerstand, maar verwachtte steun van "veel invloedrijke personen. Hij zei dat de curatoren zich niet door angst moesten laten leiden. Daarop spraken de curatoren zich unaniem voor de benoeming uit.

Uniek geval

Vervolgens beraadslaagde de senaat van de VU, waarin de hoogleraren verenigd waren, over de benoeming. Grote tegenstellingen openbaarden zich. De filosoof S.U. Zuidema, die niet aanwezig kon zijn, vroeg per brief of Kuiterts publicaties wel strookten met de grondslag van de VU. Zijn vakgenoot H. van Riessen meende dat Kuitert "de Bijbel niet in strikte zin als Gods Woord beschouwt. Van Riessen zei de benoeming van Kuitert niet te steunen omwille van het "bouwen en bewaren van de gemeente. Daarop nam G.C. Berkouwer, de invloedrijkste theoloog van gereformeerd Nederland destijds, het woord. Jaren van samenwerking met Kuitert hadden hem ervan overtuigd "dat deze zich aan de schriften gebonden voelt, en dat bij hem de Bijbel het laatste woord heeft.

Weerleggen

De medicus G.A. Lindeboom liet zich niet door Berkouwer overtuigen. Hij vond dat de theologische faculteit de bezwaren die tegen Kuitert waren ingebracht, in het benoemingsvoorstel had moeten overwegen en weerleggen. Daarentegen betoonden de bioloog J. Lever en de geoloog J.R. van de Fliert zich verheugd over het benoemingsvoorstel. Bij de stemming bleek dat vijf leden van de senaat onoverkomelijke bezwaren tegen Kuitert hadden: de latinist D. Kuijper, Lindeboom, Van Riessen, de kunsthistoricus H.R. Rookmaaker en de historicus M.C. Smit.

De vele bezwaren vanuit de achterban tegen de benoeming van Kuitert waren volgens Van Deursen "een uniek geval in de geschiedenis van de VU. De directeuren van de VU beraadden zich daarom uitvoerig over de afhandeling ervan. Alleen rector W.F. de Gaay Fortman nam het niet zo ernstig. Hij meende dat "er een generatie theologen opgroeit, die de theologie als zuivere wetenschap ziet. Tot die generatie behoorden ook de schriftkritische nieuwtestamenticus T. Baarda en de kerkhistoricus C. Augustijn, die de opstanding van Christus niet als een historisch feit beschouwde. Beiden waren werkzaam op de theologische faculteit van de VU, tot volle tevredenheid van de deputaten van de Gereformeerde Kerken (synodaal). Volgens de deputaten deed de faculteit haar werk "op degelijke, wetenschappelijke en schriftgetrouwe wijze.

Ongebruikelijk

Van Deursen noemt het "ongebruikelijk dat de ontkenning van Christus' opstanding als historisch feit, een uiting van schriftgetrouwe theologie wordt genoemd. Volgens Van Deursen was dit onderdeel van een 'strategie': "Men wil de vrede tussen kerk en universiteit bewaren door middel van geruststellende verslaggeving.

Als hoogleraar bleef Kuitert voor ophef en onrust zorgen. Sinds 2000 schrijft hij de naam van God met een kleine letter, omdat hij niet meer gelooft in de voorstelling van God als persoon.

Publieke ontwikkeling van zijn geloofsovertuigingen[brontekst bewerken]

Wat ik mis in het artikel is de reden dat hij bekend is: de publieke ontwikkeling van gelovige in de gereformeerde traditie en theologie prof. aan de gereformeerde VU tot, wat ik zie, als iemand die niet of nauwelijks meer een Christen is. Ik weet niet zoveel van hem, maar ik heb de indruk dat geen enkele van zijn opvattingen die hij ooit over het Christelijke geloof heeft gehad, bijzonder is of nieuw. Andries