Om de aandacht af te leiden van een geplande cavalerie en infanterieraid richting Richmond door het Noordelijke Army of the Potomac werd op 6 februari1864 op verschillende plaatsen de Rapidan River overgestoken. Het II Corps onder leiding van generaal-majoor John C. Caldwell stak de rivier over bij Morton’s Ford. Het I Corps nam Raccoon Ford voor zijn rekening. De Noordelijke cavalerie stak de rivier over bij Robertson’s Ford. Het Zuidelijke korps van luitenant-generaal Richard S. Ewell van het Army of Northern Virgina bood tegenstand. De sporadische gevechten concentreerden zich voornamelijk bij Morton’s Ford. Op 7 februari1864 stierven de gevechten weg. Tijdens de nacht trokken de Noordelijken zich terug. Hoewel beide legers samen 723 slachtoffers telden was het resultaat nihil.