Godan Khan
Uiterlijk
Godan Khan, Ködan of Qödan (1206-1251) was de tweede zoon van Ögedei Khan en Toregenes. Hij was de broer van Güyük en Kaidan.
Het kamp van Godan was in het algemeen gesitueerd in Ling-chur, Tibetaans voor het huidige district Liangzhou in het arrondissement Minqin in Gansu.
In 1235 nam hij in opdracht van zijn vader Sichuan in, en in 1239-40 had hij het bevel over de inname van U-Tsang (Centraal-Tibet).
Sakya Pandita besloot hierop een bezoek te brengen aan het Mongoolse Yuan-hof dat op dat moment over geheel China regeerde. Hierop volgde een nauwe samenwerking tussen de Sakya-orde in Tibet en de Yuan-dynastie. In 1244 werd Sakya Pandita benoemd tot vicekoning en in 1247 werd hij de vertegenwoordiger voor de tienduizendschapen van Tibet.