Naar inhoud springen

Tibetaanse annalen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Addbot (overleg | bijdragen) op 15 mrt 2013 om 13:12. (Robot: Verplaatsing van 2 interwikilinks. Deze staan nu op Wikidata onder d:q1919507)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Paul Pelliot onderzoekt de manuscripten in de Mogao-grot 17

De Tibetaanse annalen, ook wel Oude Tibetaanse annalen of Tibet's eerste geschiedenis (Engels: Old Tibetan Annals, OTA) zijn oude manuscripten die onderdeel uitmaken van een groot aantal manuscripten van Dunhuang. De Tibetaanse annalen zijn geschreven in oud-Tibetaans.

Het document met de codering Dunhuang 103 (19 VIII.1) in de collectie van Aurel Stein werd overgebracht naar de bibliotheek van de India Office, het toenmalig regeringskantoor van Brits-Indië en later overgebracht naar de British Library in Londen. Manuscript Nr. 252 van de collectie van Paul Pelliot kwam terecht in de Bibliothèque nationale de France in Parijs.

Ontdekking

Zie manuscripten van Dunhuang voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Begin 20e eeuw werden in grot 17 van de Mogao-grotten bij Dunhuang een zeer groot aantal oude manuscripten gevonden in een groot aantal verschillende talen. De documenten zijn hier vermoedelijk in de 11e eeuw verstopt om in latere instantie te dienen als terma-manuscript. Naast de Tibetaanse annalen werd de Oude Tibetaanse kroniek aangetroffen die vermoedelijk werd samengesteld tussen 800 en 840.

Inhoud

De annalen beginnen met een erg korte vertelling van de vroege gebeurtenissen tijdens de regering van de eerste koning van Tibet Songtsen Gampo. Het beschrijft de tijd van de aankomst van prinses Wencheng in 643 tot de Gampo's dood in 650. Deze worden tegenwoordig beschouwd als precieze datumgegevens.

Vervolgens geeft het een overzicht per jaar van belangrijke gebeurtenissen van 650 tot 764. Bijvoorbeeld namen Tibetaanse soldaten in het jaar 763 de hoofdstad van de Tang-dynastie Chang'an gedurende de vijftien dagen van de An Shi-rebellie in. Van de geschiedenis hierna zijn slechts kleine fragmenten van de documenten bewaard gebleven.

Deze beschrijvingen werden voortgebracht vanuit het Tibetaanse hof en worden in het algemeen geaccepteerd als een sober verslag van de eerste fase van de expansie en vestiging van het Tibetaanse rijk. Ook dienen ze als waardevolle bron voor het verifiëren en dateren van gebeurtenissen die in latere Tibetaanse en Chinese geschiedschrijving worden genoemd.

Noch de Tibetaanse annalen, noch de Oude Tibetaanse kroniek maakt melding van boeddhisme tijdens de regering van Songtsen Gampo. De kroniek meldt bijvoorbeeld wel dat tijdens de regering van Trisong Detsen (755 tot 797) de onvergelijkbare religie van de Boeddha was ontvangen en dat er zowel in het centrum als de grensregio sprake was van vestigingen van viharas (Tibetaanse kloosters).