Altai (paard)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Altaipaard

De altai is een paardenras dat zich heeft ontwikkeld in het Altajgebergte in Centraal-Azië.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Eeuwenlang hebben nomadenstammen in het Altajgebergte paarden gehouden en gefokt. Dit ras staat bekend als de altai. De altaipaarden werden door de lokale stammen gebruikt als last- en rijpaard. Doordat de paarden grotendeels voor zichzelf moesten zorgen en genoegen moesten nemen met jaarrond grazen in het barre klimaat, konden alleen de sterkste dieren overleven. Daardoor is een uitzonderlijk sober en hard ras ontstaan. Na de omwenteling in de voormalige Sovjet-Unie besloten de Russen de altaipaarden te veredelen. Zij worden sindsdien gekruist met Russische rassen zoals de orlovdraver en de don. Hierdoor ontstonden grotere altai's. Vervolgens werden deze kruisingen weer teruggefokt tot een hybride-type, door te kruisen met volbloed-altai's. De zo verkregen beste 700 merries werden ondergebracht in fokstations om deze 'verbeterde' altai voor de toekomst te behouden. Toch zijn er nog veel oorspronkelijke pure altai's te vinden, vooral in de hogere delen van het Altajgebergte.

Exterieur[bewerken | brontekst bewerken]

De altai is een vrij klein paard met een stokmaat van 133-142 cm. Zwart, schimmel, vos en bruin zijn de meest voorkomende kleuren. Ook de zeldzamere 'luipaardvlekken' komen voor. Het hoofd is klein en staat op een korte sterke hals. Het kruis is sterk, evenals de rug.

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

De altaipaarden werden vooral gebruikt als last- en rijpaard. Door de barre levensomstandigheden is dit ras zo sober en sterk, dat het daar uitstekend geschikt voor is. De paarden zijn zeer vast ter been in het bergachtige gebied waar zij vandaan komen.