D'Alessandro debuteerde in het seizoen 1999/00 in het eerste elftal van River Plate. Vanaf het seizoen 2001/02 was de middenvelder een vaste waarde bij de Argentijnse topclub. In 2003 vertrok D'Alessandro naar het Duitse VfL Wolfsburg. Na drie seizoenen vertrok hij in januari 2006 naar Portsmouth FC. Voor het seizoen 2006/07 verhuist de middenvelder op huurbasis naar Spanje, waar hij voor Real Zaragoza gaat voetballen. Eind januari 2008 stapte de 38-jarige trainer Ander Garitano op bij Real Zaragoza omdat de clubleiding D'Alessandro niet weg wilde doen. Zijn opvolger, Javier Irureta, kon de clubleiding blijkbaar wel van de lakse houding van D'Alessandro overtuigen en zodoende werd hij alsnog verkocht aan CA San Lorenzo de Almagro, 5 maanden later vertrok hij naar het Braziliaanse SC Internacional.
Andrés D'Alessandro nam met Argentinië deel aan het WK Onder-20 in 2001 in eigen land. Samen met Javier Saviola was hij een van de belangrijke spelers in het team dat destijds de wereldtitel behaalde. In 2004 speelde D'Alessandro met het Argentijns elftal op de Copa América (verliezend finalist) en de Olympische Spelen (goud).