Naar inhoud springen

Natuurbranden in Californië

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Groucho NL (overleg | bijdragen) op 6 mrt 2020 om 19:58. (taal of typfoutjes)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Het Thomas Fire, december 2017
Schade door het Tubbs Fire, oktober 2017

Bosbranden in Californië zijn een regelmatig terugkerend verschijnsel.

De Amerikaanse staat Californië kent van de lente tot de late herfst een droog, winderig en meestal warm klimaat. Als er bij deze weersomstandigheden bosbranden ontstaan, ontwikkelen die zich snel tot grote branden die een verwoestend effect kunnen hebben.

Achtergrond

De branden worden soms aangewakkerd door sterke, droge winden, bekend als Diablo-winden in Noord-Californië en als Santa Ana-winden in Zuid-Californië. Bosbranden in Californië worden steeds gevaarlijker naarmate er meer bebouwing is in kwetsbare buitengebieden. Als gevolg van de klimaatverandering wordt de kans bovendien groter. Het kost belastingbetalers in de Verenigde Staten ongeveer 3 miljard dollar per jaar om bosbranden te bestrijden. Grote branden kunnen leiden tot miljarden dollars aan verlies van eigendom.

Sedert 1932 worden bosbranden in Californië nauwkeurig gerapporteerd bij het California Department of Forestry and Fire Protection (Cal Fire), dat ook lijsten opstelt met onder meer de 20 grootste branden en de 20 dodelijkste branden.


Het effect van klimaatverandering

Klimaatverandering heeft ervoor gezorgd dat de branden door de tijd heen heftiger zijn geworden, en verwacht wordt dat dit effect in de toekomst nog sterker gaat worden. In de periode 1972 tot 2018 is het jaarlijks afgebrande landoppervlak vervijfvoudigd, en dit is met name te herleiden naar een achtvoudige toename in zomerbrandoppervlak. Onderzoek wijst verder uit dat zomerse branden zo veel heftiger en groter kunnen worden doordat de zomerluchttemperatuur met 1,4 C° is gestegen. Deze warmere lucht kan meer vocht vasthouden en is daardoor relatief gezien ook veel droger geworden. Het jaarlijks verbrandde oppervlak neemt bovendien exponentieel toe in relatie tot de temperatuurverandering. De kans dat er in de herfst veel droge brandstof voorhanden is, is eveneens groter geworden.[1] Het brandseizoen is mede hierdoor over de laatste decennia met 75 dagen verlengd.[2]

Grote branden

Bewerk
Deze lijst is (mogelijk) incompleet. U wordt uitgenodigd op bewerken te klikken om de lijst uit te breiden.

Bosbranden (2007)

Zie Bosbranden in Californië 2007 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 21 oktober 2007 braken er diverse bosbranden in Zuid-Californië uit. Deze namen snel in aantal en hevigheid toe vanwege de met grote kracht waaiende woestijnwind Santa Ana, de zeer hoge temperaturen en de kurkdroge grond. Californië had namelijk tot dan toe in 2007 nog maar een vijfde van de normale hoeveelheid regen gekregen.

Rim Fire (2013)

Zie Rim Fire voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 17 augustus 2013 leidde een illegaal kampvuur in het Stanislaus National Forest tot een grote natuurbrand, de Rim Fire genoemd.

Bosbranden (2018)

Schade door het Camp Fire
Zie ook Wikinieuws.

Het najaar van 2018 was het toneel van de tot nu toe omvangrijkste en dodelijkste branden, met onder meer Camp Fire en Woolsey Fire. Op 16 november waren reeds meer dan 60 doden geteld, bovendien worden er meer dan 600 mensen vermist.[3] Op 4 december waren de cijfers 85 doden en 11 vermisten.[4]

Bosbranden (2019)

Ook dat jaar teisterden tientallen verwoestende branden de regio.[5] Naar het seizoen 2019 was al met veel zorg uitgekeken: volgens schattingen woont een kwart van de bevolking immers in gebieden met een hoog brandrisico. Door overvloedige regenval was de ondergroei in bosgebieden sterk aangegroeid, wat bij latere uitdroging massa’s brandbaar materiaal oplevert. Evacuatieoefeningen wezen op ernstige flessenhalzen,[6] en door het warmere, drogere klimaat waren meer en meer bomen door insectenaanvallen verzwakt.[7] Nieuw voor het seizoen was dat de elektriciteitsmaatschappij PG&E besloot in bepaalde gebieden het net ‘’preventief’’ af te sluiten wegens het brandgevaar van vallende kabels. Daardoor kwamen honderdduizenden gezinnen dagenlang zonder stroom te zitten. Opnieuw waren massale evacuaties nodig.[8] Californiës gouverneur Gavin Newsom riep op 27 oktober 2019 de noodtoestand uit.[5]

Zie de categorie Bosbranden in Californië van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.