Chauffeur
Uiterlijk
Een chauffeur is in het algemeen de bestuurder van een motorvoertuig, al dan niet beroepsmatig. Het woord is afgeleid van het Franse werkwoord chauffer, dat "verhitten" betekent.[1]
De eerste zelfbewegende voertuigen werden aangedreven door stoomkracht en een belangrijke taak van de eerste bestuurders bestond uit het op druk houden van de stoomketel, door toevoeging van brandstof. Later is de term chauffeur vooral bestuurders van wegvoertuigen aan gaan duiden; bij stoomlocomotieven onderscheidde men al snel een stoker en een machinist.
Trivia
[bewerken | brontekst bewerken]Wie geeft me jatmous? is de titel van de opgetekende herinneringen van de Amsterdamse taxichauffeur Harry Boting, die in sappig Amsterdams de wederwaardigheden van een Amsterdamse taxichauffeur beschrijft.
Verdere onderverdeling
[bewerken | brontekst bewerken]- Berijder
- Buschauffeur
- Directiechauffeur
- Machinist
- Piloot
- Privéchauffeur
- Roerganger
- Stuurman
- Taxichauffeur
- Vrachtwagenchauffeur
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ CHAUFFEUR - (AUTOBESTUURDER), etymologiebank.nl. Gearchiveerd op 28 februari 2021.
Zie de categorie Chauffeurs van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.