Christiane Eberhardine van Brandenburg-Bayreuth
Christiane Eberhardine van Brandenburg-Bayreuth | ||
---|---|---|
1671-1727 | ||
Koningin van Polen | ||
Periode | 1697-1727 | |
Voorganger | Maria Casimira de la Grange d'Arquien | |
Opvolger | Catharina Opalińska | |
Vader | Christiaan Ernst van Brandenburg-Bayreuth | |
Moeder | Sophie Louise van Württemberg |
Christiane Eberhardine von Brandenburg-Bayreuth (Bayreuth, 19 december 1671 — Pretzsch, 5 september 1727) was keurvorstin van Saksen.
Christiane Eberhardine was een dochter van markgraaf Christiaan Ernst van Brandenburg-Bayreuth en Erdmuthe Sophia van Saksen. Zij trouwde op 10 januari 1693 met Frederik August I (August de Sterke). Om koning van Polen te kunnen worden, bekeerde Frederik August I zich tot het katholicisme. Christiane Eberhardine weigerde echter het lutheraanse geloof los te laten en ging niet met haar man mee naar Dresden. In plaats daarvan verbleef ze in een soort vrijwillige ballingschap in Pretzsch aan de Elbe, hoewel ze voor officiële gelegenheden nog wel naar Dresden kwam.
Christiane Eberhardine en Frederik August hadden één zoon: August, bijgenaamd de Sakser of de Dikke.
Haar weigering zich te laten bekeren tot het katholieke geloof, leverde haar in Saksen grote populariteit op. Na haar dood werd in Leipzig een rouwbijeenkomst georganiseerd. Voor deze gelegenheid werd door Johann Sebastian Bach (muziek) en Johann Christoph Gottsched (tekst) de cantate Laß Fürstin, laß noch einen Strahl geschreven.