De Wildbaan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Huize de Wildbaan
De Wildbaan in 2008
Locatie
Locatie Leuvenheim
Adres Spankerenseweg 16Bewerken op Wikidata
Coördinaten 52° 5′ NB, 6° 8′ OL
Status en tijdlijn
Oorspr. functie woonhuis
Bouw gereed 1910
Architectuur
Bouwstijl heroriëntatiestijl
Verdiepingen twee
Bouwinfo
Architect H.A. Ezerman
Erkenning
Monumentstatus Rijksmonument
Monumentnummer 521803
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde

Huize de Wildbaan is gebouwd in 1910 ter vervanging van een ouder huis op landgoed de Wildbaan. Het is ontworpen door de architect H.A. Ezerman, in opdracht van de kolonel der cavalerie, Adriaan Jacob Paul Metelerkamp van Bronkhorst. De Wildbaan is een landgoed in de gemeente Brummen, het vormt samen met de aangrenzende landgoederen Den Bosch en De Rees een soort gordel om de buurtschap Leuvenheim.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De oorsprong van het landgoed gaat terug tot de zestiende eeuw, toen het behoorde bij de Gelderse Toren in Spankeren en een domeingoed was van hertog Karel van Gelre (1467-1538). Van het oude huis De Wildbaan resteert nog een voormalig koetshuis en een schuur, beiden in eclectische stijl.

1667-1910[bewerken | brontekst bewerken]

In 1667 kocht de burgemeester van Arnhem, Gerard Casijn van der Hell, het goed. Van 1678 tot 1795 was de Wildbaan een leen van de Staten van Gelderland.[1] Baron Van Rhemen van Rhemenshuizen werd door koop eigenaar van het landgoed in 1814. Baron Schimmelpeninck van der Oije verkreeg het in 1825 door te trouwen met Adriana Sophia, barones van Rhemen. In 1845 wordt mr. Herman A.C. Metelerkamp eigenaar. Na het overlijden van diens weduwe koopt zijn neef A.J.P. Metelerkamp van Bronkhorst in 1907 de Wildbaan.

na 1910[bewerken | brontekst bewerken]

Het huidige huis kenmerkt zich door veelvuldig toegepaste trapgevels, sierankers en vensters met onderluiken. Het telt twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een samengesteld dak. In twee gepleisterde velden in de geveltoppen zijn de woorden `Wild' en `Baan' aangebracht. Aan de overzijde van het huis staat de voormalige tuinmanswoning, die in dezelfde trapgevelstijl is uitgevoerd als het landhuis. In 1940 werd de Wildbaan door de Duitsers gevorderd.

na 1945[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Tweede Wereldoorlog (1952) is het landhuis in gebruik geweest als opleidingsinstituut van een r.-k. orde van missionarissen, die er in 1961 een kapel liet aanbouwen. De stichting Philadelphia gebruikte het gebouw vanaf 1970 als tehuis voor verstandelijk gehandicapten. De Wildbaan Groep, vanaf 1995 eigenaar, heeft het huis samen met de gemeente geheel laten restaureren, het heeft thans een woon- en kantoorbestemming. Behalve de directe omgeving van het huis is het landgoed toegankelijk voor het publiek.

Lijst van eigenaren / bewoners van de Wildbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar gebruiker/eigenaar/bewoner
1535 - 1538 Karel van Gelre
1539 - 1568 Jhr. Karel van Gelre
1568 - 1597 Adolf van Gelre
1597 - 1625 Christopher van Gelre, kleinzoon van Jhr. Karel van Gelre
1625 - 1630 Wolter Haeck, door koop verkregen
1630 - .... Herman Otto I van Limburg Stirum, door koop verkregen
1667 - .... Gerhard Casyn van der Hell tot de Wiltbaen, door koop verkregen
.... - 1757 familie Van der Hell[2]
1757 - .... familie Van Till, door erfenis eigenaar
1814 - 1825 baron Van Rhemen van Rhemenshuizen
1825 - 1845 baron Schimmilpennick van der Oye x Adriana Sophia, barones van Rhemen
1845 - 1906 mr. Herman A.C. Metelerkamp x Christina Helena Metelerkamp
1906 - 1940 Adriaan Jacob Paul Metelerkamp, trouwde in 1884 Jvr. Anna Mathilda den Tex[3], dochter van Jhr. mr. Cornelis Jacob Arnold den Tex en Anna Mathilde Vriese.
1940 - 1945 gevorderd door de Duitse bezettingsmacht.
1952 - 1970 Missionarissen van het Heilige Hart
1970 - 1995 AMEV
1995 - .... Landgoed De Wildbaan B.V.

Het landgoed was van 1678 tot 1795 een leen van de Staten van Gelderland.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ronald Stenvert e.a., De Wildbaan in: Monumenten in Nederland - Gelderland. Rijksdienst voor de Monumentenzorg/ Waanders uitgeverij, Zwolle 2000, blz. 124