Een begrafenis in het Waalse land

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een begrafenis in het Waalse land

Een begrafenis in het Waalse land is een lithografie van de Belgische kunstenaar Félicien Rops uit 1863.[1]

Iconografie[bewerken | brontekst bewerken]

Rops beschreef in een brief dat hij een begrafenisstoet volgde in Namen en de begrafenis getrouw had weergegeven. Wat hem opviel was de blonde jongen die de stoet leidde, met zijn rode neus en ogen vol tranen. Hij werd vergezeld door een heer die waardig en beschermend overkwam. Misschien was het een oom of zijn voogd. Verder waren er een dikke jichtige geestelijke aanwezig en twee lugubere priesters die psalmen zongen waarvan het hoofd rood was aangelopen door een verstoorde spijsvertering. Het gezelschap werd aangevuld door een koster met watten in zijn oren, twee leden van een congregatie, een koorjongen en een hond. Rops vermeldde in zijn brief ook dat de koorjongen de hond met wijwater besprenkelde en dat de dragers de gelegenheidsjenever dronken. Het tafereel beviel mij, schreef hij, en ik heb het getekend op een grote lithografiesteen.

Controverse[bewerken | brontekst bewerken]

Rops shockeerde graag en hij begreep dat dit zijn werken deed verkopen. Dit werk werd door de Naamse pers genadeloos afgebroken en gezien als antiklerikaal. Rops wees dit van de hand zoals hij in dergelijke omstandigheden altijd deed. Toch kan men in dit werk een aanklacht zien tegen de stupiditeit van de clerus die totaal in beslag is genomen door het ritueel. Ze vertoont niet het minste medelijden of aandacht voor het leed van de jongen.

Belangrijk is te weten dat Rops zijn vader verloor toen hij 15 was en een voogd kreeg toegewezen met wie het nooit klikte.