Fasti (Ovidius)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Fasti
Manuscript van de Fasti rond 1410
Auteur Ovidius
Vertaler Arnold Hoogvliet, Piet Schrijvers
Land Romeinse Rijk
Oorspronkelijke taal Latijns
Onderwerp Romeinse kalender en oorsprong van de feest- en gedenkdagen
Genre leerdicht
Uitgiftedatum origineel 8
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

De Fasti zijn een Latijns leerdicht van de Romeinse dichter Ovidius uit het jaar 8. Het werk ontleent zijn titel aan de Romeinse kalender, ook wel genaamd Fasti. In aaneengeregen vertellingen schetst het de oorsprong van de feest- en gedenkdagen en de daarmee samenhangende riten en gebruiken. Van opzet zou het uit twaalf boeken bestaan, één voor elke maand, maar slechts zes daarvan (januari tot juni) zijn overgeleverd. Vermoedelijk bleven de Fasti onvoltooid doordat keizer Augustus Ovidius naar Tomis verbande. De auteur schreef het gedicht in elegische disticha. Als ik-persoon nam hij een vates ("dichter-profeet" of "bard"), die de Romeinse goden uitleg laat geven over de oorsprong van Romeinse feestdagen en tradities, vaak met meerdere etiologieën. Het gedicht is een belangrijke en in sommige gevallen unieke feitenbron over de Romeinse religie. Tot stand gekomen enkele jaren nadat Julius Caesar de Juliaanse kalender had ingevoerd, is het niet vrij van politieke teneur.

Uitgaven en vertalingen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ovide, Les Fastes, vert. Anne-Marie Boxus en Jacques Poucet, 2004

Nederlandse vertalingen[bewerken | brontekst bewerken]