Gebruiker:Andries/Religietheorieën

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Theorieën[bewerken | brontekst bewerken]

Religietheorieën kunnen onderscheiden worden in enerzijds substantieve theorieën (die de nadruk leggen op wat religie is) en anderzijds functionele theorieën en reductionistische theorieën (die de nadruk leggen op wat religie doet). Invloedrijke substantieve theorieën zijn voorgesteld door Edward Burnett Tylor en James George Frazer (die de nadruk legden op de verklaringskracht van van religies voor de gelovigen), door Rudolf Otto (die de nadruk legde op religieuze ervaring, preciezer geformuleerd op ervaringen die zowel fascinerend als verbijsterend zijn), Mircea Eliade (die de nadruk legt op het hunkeren naar perfectie die niet van deze wereld is, de zoektocht naar zin en betekenis en het zoeken naar patronen in de mythologie van verschillende religies)

Invloedrijke functionele theorieën zijn voorgesteld door Karl Marx (die de nadruk legde op de economische achtergrond), Sigmund Freud (die de nadruk legde op de psychologische oorsprong van godsdienstige overtuigingen) en Émile Durkheim (die de nadruk legde op de sociale functie van religies).

Max Weber heeft niet zozeer een algemene religietheorie voorgesteld, maar hij beschreef de nadruk op de interactie tussen de samenleving en religie. Hij introduceerde ook een aantal belangrijke begrippen in de godsdienstsociologie.

In tegenstelling tot eerdere theoretici maakten de antropologen Edward Evan Evans-Pritchard en Clifford Geertz gedetailleerde etnografische studies van “primitieve religies” en kwamen tot de conclusie dat oudere theorieën op hun best eenzijdig waren. Geertz ontkende dat het ooit mogelijk zou zijn om tot een algemene religietheorie te komen.

De rationele keuzetheorie is toegepast op godsdiensten door onder andere de sociologen Rodney Stark en William Sims Bainbridge. Zij betoogden dat religie in staat is the functionenere als compensator voor niet verkregen beloningen.

Engels origineel[bewerken | brontekst bewerken]

Theories of religion can be split up into substantive theories (focusing on what religion is) and functional or reductionist theories (focusing on what it does). Influential substantive theories have been proposed by Tylor and Frazer (focusing on the explanatory value of religion for its adherents), by the theologian Rudolf Otto (focusing on the importance of religious experience, more specifically experiences that are both fascinating and terrifying), Mircea Eliade (focusing on the longing for otherworldly perfection, the quest for meaning, and the search for patterns in mythology in various religions).

Influential functional theories have been proposed by Karl Marx (focusing on the economic background), Sigmund Freud (focusing on neurosis as a psychological origin of religious beliefs), and Émile Durkheim (focusing on the social function of religions).


Max Weber did not so much propose a general theory of religion as he focused on the interaction between society and religion. He also introduced a number of key concepts to the sociology of religion.


In contrast to earlier theorists, the anthropologists E. E. Evans-Pritchard and Clifford Geertz performed detailed ethnographical studies of "primitive" cultures, and came to the conclusion that earlier theories had been one-sided at best. Geertz denied that it would ever be possible to propose a general theory of religion.

The rational choice theory has been applied to religions, among others by the sociologists Rodney Stark and William Sims Bainbridge. They asserted that religion is able to function as a compensator for unobtained rewards.