Naar inhoud springen

Gebruiker:Azdakan/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

PAUL JENNINGS

PAUL JENNINGS werd op 30 april 1943 geboren in Heston, een voorstedelijk gebied van Londen. In 1949, Paul was zes jaar, pakten zijn ouders hun bezittingen bij elkaar en emigreerden met hun zoon Paul en zijn zus Ruth naar Australië.

AUSTRALIË VICTORIA

De kinderen Jennings waren niet echt opstandig maar Ruth, Pauls zus, lag met de regelmaat van een klok met haar moeder, Phyllis, in de clinch, omdat deze nauwelijks over haar eigen verleden en de verhouding met háár oudere zus wilde praten. Vader Arthur wilde niet echt dat Paul hem overal volgde, maar zou er niet rouwig om geweest zijn als Paul zijn gedachten had kunnen lezen. En wanneer vader en zoon dan toch iets samendeden, gebeurde er altijd wat. Op een dag kreeg Paul een elektrische schok bij een van de karweitjes, maar pa deed dat af als een les voor het latere leven, alhoewel hij aan de basis van het voorval lag. Ook de school was geen succes voor Paul en hij ondervond haar als een nooit eindigende opsluiting. Een keer voelde hij zich erg goed toen hij een leraar tegen een collega hoorde zeggen: “Kijk naar die grote, bruine, trieste ogen.” Maar dat ging anders toen hij in de klas van meneer Brown terechtkwam, die had de pik op hem en iedere gelegenheid was goed om het rietje te gebruiken.

DE BASISSCHOOL

De basisschool die Jennings liep van 1949 tot 1955 groeide uit zijn voegen in diezelfde periode. In de zomer was het er een hel en met een temperatuur van soms wel 38,5 graden werden de kinderen gewoon naar huis gestuurd. Tijdens de speelkwartiertjes ging het er soms erg aan toe, er werd gespot met het koeterwaals Engels van oostelijke Europeanen, terwijl Paul het ook niet onder de markt had met zijn typisch Engelse accent. Paul werd ook dikwijls in de maling genomen door zijn medestudenten waardoor hij regelmatig door hun dialectisch gebrabbel ergens terechtkwam waar hij helemaal niet wilde zijn, in het midden van een voetbalveld bij de aftrap bijvoorbeeld. Ondanks het feit dat hij een behoorlijke hardloper was, was voetbal na die feiten taboe, met als gevolg dat hij bij dat clubje werd uitgesloten.

GESTRIEMDE BENEN

Maar niet geklaagd, mettertijd werd Paul leider van een ‘eigenzinnige, spitsvondige, grillige’ bende. Ruth daarentegen kon haar draai niet vinden op de speelplaats voor meisjes en was zelfs ietwat jaloers op haar broer. Wat ze echter niet wist was dat de ‘jolige’ bende niet erg geaccepteerd werd door de leraars en speciaal meneer Brown. Nog erger, kreeg Paul een straf op school dan kreeg hij dezelfde straf thuis nog eens over. Dan op een dag had meneer Brown het rietje teveel gebruikt en Pauls benen waren helemaal gestriemd. Zijn moeder nam hem mee naar de dokter en schreef daarna een brief aan het schoolhoofd, wiens mond openviel toen hij Paul beval zijn benen te tonen. Daarna liet meneer Brown zich nog één keertje gaan, op de laatste schooldag. Pa had zich ondertussen een job versierd in Adelaide (Zuid-Australië), waar hij hoofd productie werd in een witgoedfabriek. De familie verhuisde en meneer Brown verdween in de mist van het verleden, maar voor Paul bleef hij die iemand die steeds weer zijn leven kwam vergallen. Ging er iets fout dan lag het aan Brown.

WEG EN TERUG

Ma Phyllis kon niet aarden in Adelaide en overtuigde pa Jennings daarvan, deze verliet zijn baan en de familie verhuisde terug naar Victoria. Wat Paul en Ruth ervan overtuigde dat ma de broek droeg. Ruth zag soms met leedvermaak toe hoe haar ma haar vader overtuigde van iets, tot dat deze dacht dat het zijn eigen gedachten en ideeën waren die hij de familie oplegde. Was Paul niet erg opgezet met zijn vader, toch hield hij van diens gevoel voor humor en het uithalen van grapjes. Het feit dat Arthur zijn voormalige baan kreeg, alleen één stapje lager, droeg hiertoe bij. Het werd nog beter toen zijn pa terug de leiding kreeg. Toen pa op een dag een vriend geld gaf om nieuwe schoenen voor zijn zoon te kopen, werd Arthur haast zijn afgod. En die dag dat pa met een rist jongens achter zich aan een milkbar binnenstapte, waarop Paul moest vragen of deze milkbar de beste van ’t stad was en dat ook deed, de eigenaar zo vertederde dat hij iedereen een grotere portie gaf, was pa Arthur ook de held van zijn vrienden. Arthur vond dit natuurlijk leuk, maar wanneer hij in een wat men ‘beter’ gezelschap noemt, was hij niet erg op zijn gemak, wat hem belette deze mensen naar de mond te praten wat hem misschien hogerop had kunnen brengen.

GESCHEIDEN

Het was tijd om de kinderen Jennings naar een private school te zenden, dat vonden Arthur en Phyllis die daarvoor een potje hadden gespaard. Daar zouden ze in ieder geval een betere opleiding kunnen volgen en vrienden maken die misschien in hun latere leven een rol zouden kunnen spelen. Paul belandde op Caulfield Grammar dat meestal zowat honderd kostschoolklanten had, en vond daar ook een voormalig lid van de ‘jolige bende’ terug. Niet dat ze het op Caulfield konden herhalen want daar hielden ze niet van grapjassen. Ruth moest meer afstand afleggen en werd naar Firbank in Brighton gestuurd.

GEVANGENIS

Caulfield was in Jennings ogen opnieuw een gevangenis. Hier draaide het om het academische alsook om fysieke prestaties en het enige wat hij wel kon, was hardlopen. Net zoals zijn ouders hield Paul niet van lichamelijk contact en zeker niet van zwemmen, want daarbij kon iedereen je halve naaktheid zien. Paul vond een nieuwe interesse: lezen. Hij startte met de serie avontuurlijke historische romans rond De Scharlaken Pimpernel die spelen omstreeks de Franse Revolutie en verslond alle verkrijgbare Biggles boeken – en dat zijn er ongeveer 100 – Biggles zijnde een fictieve piloot en avonturier. Een feit was wel dat de klas genoot van de uitvluchten voor zijn te laat komen, zeker die waarbij de leraar het onderspit moest delven. En op 1 aapril was het soms als weleer met de ‘jolige’ bende. Paul lag niet altijd in de bovenste schuif bij de leraars en de klas bullebakken. Was het allemaal maar show om zijn verlegenheid te maskeren? Paul was echter een geïnspireerd spreker wanneer hij ergens werd gevraagd en in de Debating Society was hij een graag gezien medelid. Daar ook kon hij soms zijn eerste korte stukjes kwijt, die hem weleens de opmerking opleverden dat ze niet origineel waren en geplagieerd van ergens een bekend auteur. Voor deze stukjes gebruikte hij de tactiek van zijn vader, die zijn verhalen zo kon opbouwen dat ze leidden naar een onverwachte climax.

SEKS

Terwijl hij met zijn vader klusjes opknapte, bleven sommige onderwerpen steeds taboe, waarvan seks er een was. Een toevallig gevonden nogal technisch boek over de geboorte van een baby bracht hem op het spoor, en zijn moeder was wat blij toen ze het ontdekte. Pa Jennings nam hem dan mee naar een ‘vader/zoon’ lezing over het reproductiesysteem en aan het eind mochten er vragen op papier worden gesteld. Paul had maar één vraag: ‘Kan men maagd zijn en toch een kind hebben?’ Paul had in een krant, die door zijn vader werd uitgespuwd, gelezen dat ergens in Australië een jonge moeder beweerde dat ze maagd was. Zijn volgens hem terechte vraag werd met afschuw aangehoord. Paul ging op zijn vijftiende voor het eerst met een meisje, hij verwachtte geen bijval van zijn ouders, want ze kwam uit een arbeidersmilieu. Paul was boos over hun houding en vertelde zijn zus Ruth dat hij erover dacht om thuis weg te lopen, wat Ruth tot de uitspraak verleidde dat ook zij hierover had nagedacht. Paul wilde niet dat ze hun ouders dat zouden aandoen en meteen verschrompelde ook zijn liefde. En dan kwam Pauls religieuze bevlieging er plots aanstormen. Samen met een vriend ging hij op ‘kruistocht’ terwijl ze christelijke liederen zongen en als razende fietsten. Maar diezelfde nacht moesten ze onderdak zoeken in een stal. Met een helse donkerte door een aflopende batterij van hun zaklampen, was een kikvors de oorzaak dat ze terug naar huis fietsten en de rest van de nacht doorbrachten op de drempel van het postkantoor. Paul maakte er een verhaaltje over, maar het werd afgewezen door het plaatselijke reclameblad.

UIT ELKAAR

De politieke meningen van vader Arthur en zoon Paul liepen steeds verder uit elkaar, terwijl pa naar zijn oorspronkelijke arbeidsklasse neigde, was Paul daar een dwarsligger. Heftige woordenwisselingen waren het gevolg. Ruth argumenteerde ook met haar pa, maar wanneer hun discussies tot een storm leidden verliet ze het debat en liet haar pa stomend achter. Ondertussen was Pauls christelijke kruistocht heel wat getemperd, indachtig wat hij allemaal had ondergaan in het christelijke onderwijs. Zijn verlangen om predikant te worden werd een verlangen om leraar te zijn en hij ging naar Frankston Teachers College, waar meisjes en jongens in aparte klassen waren ondergebracht. De jongens mochten geen baard laten groeien en de meisjes mochten geen rode jurken dragen omdat die te hoerachtig werden bevonden. Ruth volgde hem. Maar de Heer was niet uit Pauls leven weg te slaan en hij werd lid van de Evangelical Union. Daar leerde hij Carole Hussey kennen, hun liefde beperkte zich tot handjes vasthouden, want seks was iets dat je onder controle had. Maar toen Paul Carole uitnodigde bij hem thuis, was vader Arthur zo onbeschoft dat hij tijdens de maaltijd de ene scheet na de andere losliet.

VOOR DE KLAS

Aan het eind van 1962 studeerde Paul af en stond de volgende twee jaar voor de klas in een basisschool. Wanneer de sfeer wat bitsig leek te worden, vertelde Paul een van zijn zelfgeschreven verhaaltjes – niet altijd met groot succes – of liet de kinderen zingen en alles liep terug op rolletjes. Blijkbaar hielden de kinderen en de schooldirectie van zijn manier van werken en hij werd gevraagd om de klas van trage en lichtjes achterop lopende kinderen voor zijn rekening te nemen. In 1965 ging Paul zich aanbieden voor een baan als lesgever in het Turana Youth Training center. Een soort verbeteringsgesticht en vanaf de eerste les liep het mis, hij kreeg zijn klas niet onder controle. Na een vechtpartij met de leader of the gang waarbij het schoolhoofd moest ingrijpen, ging het wat beter, en het voordien gebruikte trucje met een verhaaltje en een zangles werd opnieuw gebruikt, en omdat de grootste amokmaker ook nog een goede stem had, ging het de goede richting uit. Maar je kunt niet winnen van de administratie en toen de overheid bewakers plaatste naast de leraren werd het een boeltje dat nauwelijks met een pen te beschrijven was. Ondertussen was Paul (22) getrouwd, december 1965, met Carole Hussey (20) en gebruikten ze hun spaargeld om een huisje te kopen in een nieuwe buurt. Na vijf jaar verhuisden ze naar een groter huis met een stuk land en de familie kreeg uitbreiding. De christelijke idealen verhuisden steeds meer naar de achtergrond en toen er sprake was dat de regering ene Ronald Ryan wilde executeren ging het echtpaar mee betogen tegen het uitvoeren van de doodstraf. Ryan werd de laatste man die in Australië geëxecuteerd werd. Carole vereenzelfde zich steeds meer met de hippiebeweging. De marsen tegen de Vietnamoorlog konden op haar rekenen. Paul gaf intussen les aan geestelijk en lichamelijk benadeelde kinderen, en hijzelf ging naar avondschool om een jaar later (1969) aan te vangen met spraakpathologie. Dit laatste om zijn elfjarige zoon te helpen. Deze elfjarige was een van de twee adoptiekinderen die Jennings samen met zijn vrouw onder hun hoede namen. Wanneer later aan het licht kwam dat deze kinderen bij hun inheemse ouders waren weggehaald, schaamde Jennings zich dood, en regelmatig duiken er adoptiekinderen op in zijn boeken.

SCHRIJVER

Na het verschijnen van zijn eerste bundel verhalen, die een groot succes kende, besloot Paul, na enkele dagen cijferen dat hij meer kon verdienen met schrijven dan voor de klas staan. De schrijver was geboren en de rest is geschiedenis.

De verhalen van Paul Jennings, kunnen zonder overdrijven in één adem worden genoemd met verhalenvertellers als Roald Dahl en Anthony Horowitz en dichter bij huis, Rindert Kromhout en Paul van Loon


BIJ FACET VERSCHENEN: 1997 Paul Jennings Dat doe je niet! vertaling John Riedijk 1997 Paul Jennings Ondraaglijk! vertaling John Riedijk 1999 Paul Jennings Daar zwijg je over! vertaling Annechien Oldersma 1999 Paul Jennings & Morris Gleitzman Boosaardig vertaling John Riedijk 2000 Niet pluis! vertaling Annechien Oldersma 2001 Dodelijk! Vertaling John Riedijk

Voor Televisie schreef hij:

Television Round The Twist (1990/2001)[14] Driven Crazy (1998)[15] Wicked! (2000-2001)[16]