Naar inhoud springen

Gebruiker:BE12M/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Gestaltwetten hebben betrekking op organisatieprincipes van de visuele waarneming. Zij vormen een onderdeel van de gestaltpsychologie, die begin 20e eeuw in Duitsland is ontstaan. De wetten zijn voor het eerst voorgesteld door Gestalt psychologen, in het bijzonder de Joods-Duits-Amerikaanse psycholoog Max Wertheimer. Wertheimer stelde in 1927 deze wetten voor om het principe te verklaren dat mensen van nature objecten waarnemen als georganiseerde patronen en vormen, een principe dat bekend staat als Prägnanz. Gestalt-psychologen beargumenteerden dat deze principes bestaan, omdat de geest een aangeboren aanleg heeft om patronen van een stimulus waar te nemen op basis van bepaalde regels. Deze principes zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:[1][2]

Wet van gelijkenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het principe van gelijkenis stelt dat, alles gelijkblijvend, waarneming zich leent tot het zien van stimuli die fysiek op elkaar lijken als deel zijnde van hetzelfde object, en stimuli die verschillend zijn als deel zijnde van een ander object. Hierdoor kunnen mensen onderscheid maken tussen aangrenzende en overlappende objecten op basis van hun visuele textuur en gelijkenis. Andere stimuli die andere eigenschappen hebben, worden over het algemeen niet als onderdeel van het object waargenomen. Onze hersenen gebruiken gelijkenis om onderscheid te maken tussen objecten die naast elkaar kunnen liggen of elkaar kunnen overlappen op basis van hun visuele textuur. Een voorbeeld hiervan is een bloemenveld dat alleen verschilt door de kleur van het veld.[3][4][5]

Wet van dichtheid/ nabijheid[bewerken | brontekst bewerken]

Stippen die het dichtst bij elkaar staan, lijken bij elkaar te horen.

De wet van de nabijheid stelt dat: "objecten of vormen die dicht bij elkaar staan, groepen lijken te vormen". Zelfs als de vormen, afmetingen en objecten drastisch verschillen, zullen ze als groep verschijnen als ze dicht bij elkaar staan.

  • Verwijst naar de manier waarop kleinere elementen in een compositie "geassembleerd" worden.
  • Ook wel "groepering" genoemd, het principe heeft betrekking op het effect dat ontstaat wanneer de collectieve aanwezigheid van de verzameling elementen meer betekenis krijgt dan hun aanwezigheid als afzonderlijke elementen.
  • Het rangschikken van woorden in zinnen of titels is een voor de hand liggende manier om niet-verwante elementen te groeperen om hun betekenis te versterken (het hangt ook af van een correcte volgorde van begrip).
  • Het groeperen van de woorden verandert ook de visuele en psychologische betekenis van de compositie op een niet-verbale manier die niets met hun betekenis te maken heeft.
  • Elementen die gegroepeerd zijn, creëren de illusie van vormen of vlakken in een ruimte, ook al raken de elementen elkaar niet.
  • Een dergelijke groepering kan worden bereikt met toon of waarde, kleur, vorm, grootte of andere fysieke attributen.[3][4][5]

Wet van continuering[bewerken | brontekst bewerken]

De lijn is waargenomen als ononderbroken, in plaats van in kleine stukken verdeeld.

Wanneer twee of meer objecten zich kruisen, hebben mensen de neiging om elk object als een enkel ononderbroken object waar te nemen. Dit maakt het mogelijk om prikkels te differentiëren, zelfs als ze elkaar visueel overlappen. We hebben de neiging om lijnen of krommen te groeperen en organiseren, die een vooraf vastgestelde richting volgen ten opzichte van lijnen of krommen die gedefinieerd worden door scherpe en abrupte richtingveranderingen.[3][4][5]

Wet van gemeenschappelijke bestemming[bewerken | brontekst bewerken]

Objecten die in dezelfde richting bewegen lijken bij elkaar te horen.

Wanneer visuele elementen in dezelfde richting en met dezelfde snelheid bewegen (optische stroom), associeert de waarneming de beweging als onderdeel zijnde van dezelfde stimulans. Vogels kunnen bijvoorbeeld van hun achtergrond onderscheiden worden als één enkele zwerm omdat ze zich in dezelfde richting en met dezelfde snelheid bewegen, zelfs wanneer elke afzonderlijke vogel - van een afstand gezien enkel op een stip lijkt. De bewegende 'stippen' lijken deel uit te maken van één geheel. Op dezelfde manier kunnen twee zwermen vogels elkaar kruisen in het gezichtsveld van de kijker, maar ze zullen toch als afzonderlijke zwermen ervaren blijven worden, omdat elke vogel een gemeenschappelijke richting heeft voor zijn zwerm.

De wet van gemeenschappelijke bestemming stelt mensen in staat om bewegende objecten te onderscheiden, zelfs wanneer andere details (zoals de kleur of omtrek van de objecten) verborgen zijn. Deze mogelijkheid kwam waarschijnlijk voort uit de evolutionaire behoefte om een gecamoufleerd roofdier van zijn achtergrond te onderscheiden.[3][4][5]

De ringen worden niet gezien als afgebroken ringen, maar als simpele volledige vormen.

Wet van Prägnanz (goede vorm)[bewerken | brontekst bewerken]

Het principe van goede vorm verwijst naar de neiging om objecten van vergelijkbare vorm, patroon, kleur, etc. te groeperen. Zelfs wanneer twee of meer vormen elkaar duidelijk overlappen, interpreteert het menselijk brein ze op een manier die mensen in staat stelt om verschillende patronen en/of vormen te onderscheiden. Er is een voorkeur voor het waarnemen van een structuur as een simpel, al bekend figuur. Mensen nemen van nature objecten waar als georganiseerde patronen en vormen.[3][4][5]

Wet van uniforme verbondenheid[bewerken | brontekst bewerken]

Omdat de stippen verbonden zijn door een lijn, lijken ze bij elkaar te horen. Zelfs als er andere stippen dichter bij elkaar zijn.
Stippen die in hetzelfde gebied liggen lijken bij elkaar te horen. Dit groeperende principe is sterker dan de wet van nabijheid.f

De wet van uniforme verbondenheid is de sterkste wet de Gestalt principes wat het principe “verwantschap” betreft. Het verwijst naar het feit dat elementen die door middel van visuele uniforme eigenschappen verbonden zijn, waargenomen worden als zijnde meer gerelateerd aan elkaar dan elementen die niet onderling verbonden zijn.  De verbonden cirkels worden gegroepeerd waargenomen, zoals dit ook het geval was bij de wet van gemeenschappelijk gebied.[3][4][5]

Wet van gemeenschappelijk gebied[bewerken | brontekst bewerken]

Wet die elementen beschrijft die zich binnen hetzelfde gebied van een ruimte bevinden en gegroepeerd lijken te zijn.

De cirkels in de ovalen liggen verder uit elkaar dan de cirkels naast elkaar in naburige ovalen, maar we zien de cirkels in de ovalen als bij elkaar horend, omdat elke ovaal gezien wordt als een apart gebied van de ruimte.

Dit principe overheerst de wet van dichtheid/nabijheid.[3][4][5]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]


  1. Wertheimer (1923). Untersuchungen zur Lehre von der Gestalt.
  2. Johan Wagemans. Historical and conceptual background: Gestalt psychology.
  3. a b c d e f g Wolfe, J.M, Kluender, K.R, Levi, D.M. et. al. (2015). Sensation and Perception. Sunderland: Sinauer association, Inc, pp. 99-103.
  4. a b c d e f g Goldstein, E. (2014). Sensation and Perception. Wadsworth, Cengage Learning, pp. 102-104. 9th Edition
  5. a b c d e f g K. Koffka (1999). Principles of Gestalt psychology. Routledge (Taylor & Francis).